Les 5, SO (formatief) + ... (28-05)


Pak je leesboek, werkboek en etui. 
Je hebt 5 minuten de tijd om de leerstof door te nemen.



Aujourd'hui c'est mardi!             Fijn dat je er weer bent!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson


Pak je leesboek, werkboek en etui. 
Je hebt 5 minuten de tijd om de leerstof door te nemen.



Aujourd'hui c'est mardi!             Fijn dat je er weer bent!

Slide 1 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 2 - Slide

SO:
Quoi? De tafels zijn uit elkaar en je leesboek en een pen (blauw of zwart) liggen op tafel.
Prêt (klaar)? Steek je vinger op, dan kom ik de toets ophalen. Ga in stilte lezen in je Nederlands boek.

Je blijft net zolang stil totdat iedereen de toets heeft ingeleverd en zoekt geen contact met klasgenoten.
Aide (hulp)? Heb je een vraag, dan steek je je vinger op.
Noteer je naam + klas op het SO

Slide 3 - Slide

Le programme:
- SO
- G, phrases-clés et parler iemand voorstellen


Slide 4 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je iemand omschrijven


Slide 5 - Slide

G, phrases-clés et parler
Introduction --> VIDEO

Exercice: Open je aantekeningenschrift. Welke kleuren worden genoemd in de video?

Je gaat leren hoe je een persoon kunt omschrijven
- Kleuren kunnen helpen bij het omschrijven

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Genoemde kleuren:
1. Rouge (rouges)
2. Bleu (bleues)
3. Blanc (blanches)
4. Noir (noires)
5. Violet (violettes)
6. Jaune (jaunes)
7. Vert (vertes)

8. Rose (roses)
9. Beige (beiges)
10. Violet (violettes)

Slide 8 - Slide

G, phrases-clés et parler
Quoi? Welke persoon wordt omschreven?  Je suis qui?
Raad wie van de verschillende personen wordt omschreven.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Beschrijf jezelf en 2 andere personen in je aantekeningenschrift met behulp van phrases-clés G (minimaal 4 zinnen per persoon)
Comment (hoe)? Ga zelfstandig en alleen aan het werk
Prêt (klaar)? Apprends vocabulaire E+F
Aide (hulp)? Steek je vinger op als je vragen hebt.
Phrases-clés G = à la page 42

Slide 11 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Leren vocabulaire E + F (FR-NL & NL-FR)
- Beschrijf jezelf en 2 andere personen in je aantekeningenschrift met behulp van phrases-clés G (minimaal 4 zinnen per persoon)

Slide 12 - Slide

G, phrases-clés et parler
Quoi? Alle leerlingen gaan staan. Er wordt een leerling in het Frans omschreven. Elke ronde hoor je nieuwe informatie. Gaat dit niet over jou? Dan ga je zitten.

Welke leerling wordt er beschreven? Blijft de juiste leerling over?

Slide 13 - Slide

Blooket: passé composé 
https://dashboard.blooket.com/set/65e58c5381b2f520ebf5d93b

Slide 14 - Slide