Quoi (wat)? Beschrijf jezelf en 2 andere personen in je aantekeningenschrift met behulp van phrases-clés G (minimaal 4 zinnen per persoon)
Comment (hoe)? Ga zelfstandig en alleen aan het werk
Prêt (klaar)? Apprends vocabulaire E+F
Aide (hulp)? Steek je vinger op als je vragen hebt.