Les 5.2 - hefbomen deel 2 + bespreken toets

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Les 5.2

 Hefbomen deel 2

Lesplanning:

1. Even opfrissen kennis van vorige week.
2. Uitleg rekenen met de hefboomwet deel 1
3. Evenwichtspel (Phet)
4. Uitleg rekenen met de hefboomwet deel 2
5. Werkboekje hefbomen deel 2 
6. Toetsbespreken
7. Afsluiting

Lesdoel

Aan het einde van de les kan je de hefboomwet toepassen om te berekenen ...

• hoe groot een kracht moet zijn;
• hoe groot een arm moet zijn;

om de hefboom in evenwicht te brengen.

Waarom is een
takkenschaar zo lang?

Hefbomen

zijn apparaten die de evenwicht regel (hefboomwet) gebruiken om ervoor te zorgen dat je minder kracht nodig hebt.

De hefboomwet

F⋅r(linksom)=F⋅r(rechtsom)

Vergroot de pincet de kracht?

1. Ja
2. Nee

Als de arm van de

spierkracht groter is dan de arm van de werkkracht dan

vergroot de

hefboom de

spierkracht. 

F⋅r(linksom)=F⋅r(rechtsom)

Wat is groter?

1. De werkkracht.
2. De spierkracht.

Rekenen met de hefboomwet

F⋅r(linksom)=F⋅r(rechtsom)

F⋅r(linksom)=F⋅r(rechtsom)

Phet

Voorbeeldopgave

De man (80 kg) houd zichzelf in evenwicht. Hoe groot is de kracht die zijn armen leveren?

Contragewicht

Aan de slag

Met werkboekje hefbomen deel 2:

- maak de opgaven in je schrift.

- uitwerkingen staan in teams.

- eerder klaar:
   ga verder met deel 3

2x 10 minuten

Toets bespreken

1. Zelfstandig nakijken opgave 1 t/m 6
2. Klassikaal bespreken opgave 7, 11, 12, 13 en 14
3. Zelfstandig nakijken 

Evt. verder met H1 kracht (Hefbomen)

Opdracht 3

Opdracht 1

Opdracht 2   
a juist
b juist

c onjuist
d juist

Opdracht 3

Opdracht 4

Ballon krijgt door het wrijven een overschot aan (-) lading (1p). Het plafond is neutraal. Geladen voorwerp trekt neutraal voorwerp aan. (1p)

Opdracht 5

Opdracht 6   
A  B, C en D        C    A en D
B  A en D             D    geen

Klassikaal 

opgave 7, 11, 12, 13 en 14

Opdracht 3

Opdracht 8

1pt aflezen tussen 2,75 en 2,85 A
1pt  R = 1,4 Ω

Opdracht 9 
1pt   Inzicht dat de stroomsterkte
        minder snel stijgt dan de
        spanning.

Opdracht 10
1pt   lijn start in de oorsprong en
         gaat door punt dat hoort bij
        een weerstand van 2 Ω.

1pt   rechte lijn

Klaar: 

ga verder met werkboekje hefbomen deel 2

Opdracht 15

1pt  I_R2 = 0,67 A
1pt  I_R1 = 0,33 A
1pt   R1 = 36 Ω

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je de hefboomwet toepassen om te berekenen ...

• hoe groot een kracht moet zijn om de hefboom in evenwicht te brengen;
• hoe groot de arm moet zijn om een hefboom in evenwicht te brengen.

Kwik, Kwek en Kwak

Kwik en kwek spelen samen op de wipwap. Ze zitten beide op gelijke afstand van het draaipunt. Dan komt Kwak aanlopen. Hij wil aan Kweks kant van de wip zitten. Kwik blijft aan het uiteinde van zijn kan zitten.
Ga ervan uit dat ze alledrie even zwaar zijn.
Hoe moeten Kwek en Kwak zich over de
arm van de wip verspreiden om de wipwap
in evenwicht te krijgen.

Kwik

Kwik, kwek en kwak zijn even zwaar.

Tip

Stel kwik, kwek en kwak hebben alledrie een gewicht van 10 N. Kwik zit op 3,0 m. Waar moeten kwek en kwak dan zitten?

Kwek

Kwak

Zijn er echt vier
personen nodig?