Wie ben ik, wat kan ik? LOOPBAAN

Kennismaken 
les 1 LOB




Wie ben ik?

1 / 14
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kennismaken 
les 1 LOB




Wie ben ik?

Slide 1 - Slide

Programma
  • Waar denk jij aan bij het woord Loopbaan?
  • Bespreken van de lesdoelen
  • Samen lezen en maken van de opdrachten
  • Evalueren van de lesdoelen

Slide 2 - Slide

Loopbaan oriëntatie
Waar denk jij aan?

Slide 3 - Mind map

lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • Wat de betekenis is van Loopbaan

Leer je: 
  • Meer over je wie je bent? 
  • Denk je na over je opleidingskeuze 

Slide 4 - Slide

Loopbaan oriëntatie begeleiding
Bij loopbaan oriënteer je je op jouw loopbaan.
Loopbaan= carrière.
Dat wat jij in jouw leven doet om jezelf te ontwikkelen en te werken.
Orientatie = informatie over iets verzamelen.
Je orienteren op = proberen een indruk te krijgen van iets


Slide 5 - Slide

Werkgevers, werknemers opzoek
Als je gaat werken ga je de arbeidsmarkt op. Op de arbeidsmarkt wordt arbeid (werk) verhandeld.
Werkgevers zijn op zoek naar werknemers.
Werkgevers zoeken mensen die een bepaald soort werk kunnen doen. Een werkgever biedt werk aan. Een werknemer gaat dat werk doen.


Slide 6 - Slide

Wie ben ik?
Voordat je ergens kunt gaan werken of stage kunt gaan lopen, moet je jezelf goed kennen.
Wat vind ik leuk, waar ben ik goed in en wat wil ik later graag worden

Slide 7 - Slide

Kiezen
Jouw loopbaan is een proces van keuzes, ontwikkeling en groei. Je ontwikkelt jezelf door een opleiding te doen of te gaan werken. Je groeit. Je kunt en weet steeds meer. Het werk dat je doet verandert. De mensen waarmee jij samenwerkt veranderen. En de bedrijven waarvoor je werkt veranderen. Je leert dus steeds nieuwe dingen.
De keuzes die jij maakt bepalen voor een groot deel hoe jouw loopbaan eruitziet.


Slide 8 - Slide

Maken
Opdracht 0.01 tot 0.06

Slide 9 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 1 t/m 9

Slide 10 - Slide

Wat wordt er bedoeld met loopbaan?
A
carrière
B
schoolkeuze
C
oriënteren
D
werken

Slide 11 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met oriënteren?

Slide 12 - Open question

Als je gaat werken ga je de...
A
werkvloer op
B
arbeidsmarkt op

Slide 13 - Quiz

Een werkgever is..
A
Een bedrijf/eigenaar die werk aanbiedt
B
Iemand die werkt voor een eigenaar/bedrijf

Slide 14 - Quiz