Quiz groep 6

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 5

Bekijk het vorige plaatje goed. In welke tijd zitten we?

1. Tijd van dieren
2. Tijd van wereldoorlogen
3. Tijd van ontdekkers en hervormers
4. Tijd van Grieken en Romeinen

Wat weet je nog over de tijd van ontdekkers en hervormers? Je mag meerdere antwoorden opschrijven.

Wat is dit?

Waarom gingen mensen op ontdekkingsreis?

1. Omdat ze een nieuwe route zochten over zee.
2. Omdat dat gevaarlijk was!
3. Omdat ze graag de Heilige Graal wilden vinden.
4. Omdat de juffen en meesters dat zeiden.

Waarom noemde Columbus de mensen in Amerika indianen?

1. De mensen droegen pijl en boog.
2. Hij dacht dat hij in India was aangekomen.
3. De mensen waren boos op hem.
4. Dat wilde de koning van Spanje.

Vasco de Gama was een ontdekkingsreiziger.

1. Waar
2. Niet waar

Columbus voer voor de Nederlandse koning.

1. Waar
2. Niet waar

Een lekker kopje thee. De blaadjes voor thee groeien aan een struik. Waar vind je theestruiken?

1. Gewoon in Nederland
2. Ver weg, in warme landen.

Zijde

Specerijen

Zijn er in onze tijd ook nog ontdekkingsreizigers?

Wat denk jij?

Wat is een trekvogel?

1. Een trekvogel is een vogel die wegtrekt uit het gebied waar die broedt om op een hele verre afstand daarvan te overwinteren.
2. Een trekvogel is een vogel die wormen uit de grond trekt.
3. Een trekvogel zit altijd op een trekker.
4. Een trekvogel is een vogel die altijd op dezelfde plek blijft.

Waarom trekken trekvogels heen en weer?

1. Om meer eten te vinden.
2. Vanwege de winter- en zomertijd.
3. Om hun familie te bezoeken.
4. Voor hun winterslaap.

Wat zijn bedreigde diersoorten?

1. Dieren door in Afrika leven
2. Dieren die in het Tropisch Regenwoud leven
3. Diersoorten waarvan het aantal steeds minder wordt
4. Diersoorten waarvan het aantal steeds meer wordt.

Wat past het best bij kieuwen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Waar is zout water te vinden?

1. In een rivier
2. In een kanaal
3. In een meer
4. In zee

Een snoek is een zoetwatervis. Wat weet je over het water waarin de snoek leeft?

1. In dat water zit weinig zout.
2. In dat water zit veel suiker.
3. In dat water is veel slib opgelost.
4. Dat water kan niet bevriezen.

Wat is de zeespiegel?

1. Een spiegel waar je de zee in ziet.
2. De dijken die ons tegen de zee beschermen.
3. De gemiddelde hoogte van de zee.
4. De zeespiegel is een polder.

Wat is neerslag?

1. Hagel, regen en sneeuw
2. Wind, storm en hagel
3. Wind, neerslag en temperatuur
4. Wind neerslag en mist

Wat is de Randstad?

1. Een gebied in West-Nederland met veel steden
2. Een groot natuurgebied
3. Een vliegveld
4. Amsterdam

Bij geluidsoverlast heb je last van veel herrie. Noem een voorbeeld van geluidsoverlast.

Hier vind je grachten...

1. in Amsterdam.
2. in Odoorn.
3. in Emmen.
4. in Ter Apel.

Hoe noem je het aantal inwoners per vierkante kilometer?

1. bevolkingsspreiding
2. bevolkingsdichtheid
3. migratie
4. stedelijk gebied

Hoeveel provincies heb je in Nederland?

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?

1. De koning regeert
2. Het kabinet regeert
3. God regeert
4. Het volk regeert

Wat is een hunebed?

1. Een stapel stenen die van een berg is afgerold
2. Een grafmonument
3. Een kunstwerk
4. Een huis waar mensen in woonden

Deze quiz vond ik.....