1. Ik weet wat de vergrotende trap is 2. Ik weet hoe de vergrotende trap in het Engels heet3. Ik weet hoe je de comparative maakt en wat de uitzonderingen zijn
4. Ik weet wat de overtreffende trap is
5. Ik weet hoe de overtreffende trap in het Engels heet
6. Ik weet hoe je de superlative maakt en wat de uitzonderingen zijn
7. Ik zie aan de zin of ik de comparative of de superlative moet gebruiken