What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
20200107 3Kader
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
20200107 3 Kader
1) HW : Vragen?
2 Voorbereiding PW Kapitel 3 op maandag 13 januari
Herhaling grammatica C: werkwoorden stam -d of -t
Herhaling grammatica I : persoonlijk vnw 4e naamval
Hören Deutschland Labor Kalte
Slide 3 - Slide
Proefwerk Kapitel 3 (91 punten)
Hören 11
Wortschatz 30
Grammatik werkwoorden 10
voltooid deelwoord 5
persoonlijk voornaamwoord 5
Redemittel 10
Lesen 20
Slide 4 - Slide
20200107 3 Kader
1) HW : Vragen?
104 -> Grammatik C werkwoorden stam -d of -t
105 -> Grammatik I voorzetsel 4e naamval + pers. vnw.
106 -> Grammatik I voorzetsel 4e naamval + pers. vnw.
107 -> Lernlisten
108 -> Woorden raden
Slide 5 - Slide
GRAMMATIK C
werkwoorden kennen:
regelmatige werkwoorden
regelmatige werkwoorden op -d of -t
+
haben, sein, werden !
voltooid deelwoord !
Slide 6 - Slide
Hoe was het ook al weer?
Wat is juist?
A
ich mach
B
ich mache
Slide 7 - Quiz
wat is een goed ezelsbruggetje voor het vervoegen van regelmatige werkwoorden?
A
IDEWIS
B
ESTTENTEN
C
(FE)-ESTTENTEN
D
ALLE 3
Slide 8 - Quiz
IDEWIS
en (FE-ESTTENTEN)
I
D
E
W
I
S
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
(FE) ESTTENTEN
Slide 11 - Slide
2 Werkwoorden: esttenten
wohn
wohn
wohn
wohn
wohn
wohn
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
e
st
t
en
t
en
red
red
red
red
red
red
e
e
s
t
e
t
en
e
t
en
(fe)esttenten
standaard
bij stam op -d of -t, volgt altijd een e !
Slide 12 - Slide
Vertaal: jij praat (praten = reden)
A
du redst
B
du redest
Slide 13 - Quiz
Vertaal: ik ben ( kleine letters!)
Slide 14 - Open question
Vertaal : jij bent (kleine letters)
Slide 15 - Open question
Vertaal: u bent (denk aan de hoofdletter!)
Slide 16 - Open question
Vertaal: hij heeft
A
er hast
B
er hat
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Voltooid deelwoord.
Ik heb gewacht
(wachten = warten)
A
Ich habe gewart
B
Ich habe gewarten
C
Ich habe gewartet
D
Ich warte
Slide 19 - Quiz
Wort das Tages
Weisswurstäquator
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Voorzetsels 4e naamval persoonlijk voornaamwoord.
Pak je Spick-o-thek erbij!
Slide 22 - Slide
GRAMMATIK I voorzetsels 4e naamval bij persoonlijk voornaamwoord.
Vertaal: Ich habe etwas für dich.
A
Ik heb iets voor jij.
B
Ik heb iets voor mij.
C
Ik heb iets voor jou.
Slide 23 - Quiz
Welke voorzetsels krijgen de 4e naamval?
A
aus - bei - mit - nach
B
für - gegen- ohne
Slide 24 - Quiz
Vertaal:
Hast du etwas für mich?
A
Heb jij iets voor mij?
B
Heb ik iets voor jou?
Slide 25 - Quiz
Vertaal: jouw
A
dein
B
die
Slide 26 - Quiz
Vertaal: voor hem
A
gegen er
B
gegen ihn
C
für ihn
D
für dich
Slide 27 - Quiz
Diese Mädchen spielen morgen Beachvolleyball gegen (ons)……...
A
uns
B
wir
C
euch
Slide 28 - Quiz
Wann spielst du gegen (haar ) …………?
A
ihr
B
sie
C
Slide 29 - Quiz
Der Ober hat etwas gegen (mij) ………...
A
ich
B
mich
Slide 30 - Quiz
Ich habe noch eine letzte Frage
(voor jullie)
A
für dich
B
für euch
C
für sie
D
für Sie
Slide 31 - Quiz
U
nd jetzt... hören/sehen
Slide 32 - Slide
More lessons like this
20191217 3 Basis les 1
December 2019
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
K2 les 2 grammatik + lezen
22 days ago
- Lesson with
18 slides
Duits
Secondary Education
3K week 11
November 2023
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
20191119 3A Grammatik Kap 1 und 2
November 2019
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Kapitel 3 + 5 GRAMMATIK
August 2022
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
2MH Kap 7 Persoonlijk vnw 4e naamval
March 2021
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
21-22 4G wk 37 les 1 zelfstandig
March 2022
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Grammatik Lernen
November 2020
- Lesson with
14 slides
Duits