doel:
- Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn vrienden
-Ik kan een beschrijving geven van een persoon, een ding en een dier
-Ik ken en kan de 25 meest gebruikte werkwoorden in het Nederlands in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd
- Ik kan eenvoudige zinnen maken over wat ik op een dag doe.