3: nieuwe taal

stijlfiguren
Je leert hoe taal verandert en welke taalvarianten er zijn.
Straattaal, sociolect, jongerentaal, fantasietaal, neologisme
Nederlands
blz. 94-95
Maken opdr. 2 en 3
Klaar? Maak blz. 270 opdr. 10 en blz. 280 opdr. 11
Geen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

stijlfiguren
Je leert hoe taal verandert en welke taalvarianten er zijn.
Straattaal, sociolect, jongerentaal, fantasietaal, neologisme
Nederlands
blz. 94-95
Maken opdr. 2 en 3
Klaar? Maak blz. 270 opdr. 10 en blz. 280 opdr. 11
Geen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Je leert hoe taal verandert en welke taalvarianten er zijn.

Slide 2 - Slide

Vorige les
Stijlfiguren

Was lastig hè!

Nogmaals:

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leesboek
Die heb je als het goed is bij je!


De lesstart met 10 minuten lezen in stilte! 
De docent roept je en dan neem je je boek mee naar de docent om de titel te noteren!
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Start instructie

Doe je boek open op blz 94.

We kijken gezamenlijk het filmpje dat hoort bij opdr. 1

Slide 6 - Slide

Taal verandert steeds
Het Nederlands verandert steeds. Als de wereld om je heen verandert, heb je daar nieuwe taal voor nodig. Zodoende is het woord 'computer' pas een paar decennia in gebruik. 

Er zijn ook woorden die verdwijnen. Zo'n woord is 'gladbek'. Wat denk je dat dat betekent?

Slide 7 - Slide

STRAATTAAL & DIALECT

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Achtergrond
Wikipedia:
Straattaal, een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen. Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan .

Eenvoudig uitgelegd:
Straattaal is een zelfgemaakte taal vol afkortingen in sms- en apptaal, schunnige woorden uit de hiphop en leentermen uit het Marokkaans, Turks, Engels en Surinaams. In Nederland is de basistaal Nederlands. Er wordt gespeeld met lidwoorden, toon, tempo en volume. 


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Aan het werk
blz. 94-95
Maken opdr. 2 en 3

Klaar? Maak blz. 279 opdr. 10 en blz. 280 opdr. 11
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Hebben we alle doelen behaald?

Je leert hoe taal verandert en welke taalvarianten er zijn.

Wat is nog moeilijk?
Wat gaat al goed?

Slide 15 - Slide