2.4 Megastad, krachtstad met groeistuipen

§2.4 Megastad, krachtstad met groeistuipen
Ik
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.4 Megastad, krachtstad met groeistuipen
Ik

Slide 1 - Slide

Planning
- herhaling 2.3 (vragen) 
-  2.4  megastad, krachtstad met groeistuipen

Slide 2 - Slide

Leg uit: Wat betekent gentrificatie?

Slide 3 - Open question

Sleep het begrip naar de juiste foto!
CBD
Centrale stad
Ring van suburbs
Getto
Downtown
Edge cities

Slide 4 - Drag question

Westerse stad      Niet-westerse stad
Welke kenmerken horen waarbij?
verspreid liggende industrieter-reinen
Historische binnenstad (vooral in Europa)
Krottenwijken
Woonwijken voor de rijken
Central Business District
Oude woonwijken met veel immigranten
Weinig structuur door explosieve groei.
Suburbs rond de stad (hoge inkomens

Slide 5 - Drag question

Leerdoelen
  • Je weet wat de belangrijkste redenen zijn voor de woon-, werk- en milieuproblemen in een megastad
  • Je begrijpt waarom de informele sector 'de smeerolie van de stedelijke economie' wordt genoemd.
  • Je kunt met een kaart of foto uitleggen hoe een krottenwijk verandert.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Leerdoelen
  • Je weet wat de belangrijkste redenen zijn voor de woon-, werk- en milieuproblemen in een megastad
  • Je begrijpt waarom de informele sector 'de smeerolie van de stedelijke economie' wordt genoemd.
  • Je kunt met een kaart of foto uitleggen hoe een krottenwijk verandert.

Slide 8 - Slide

Wonen in een megastad in een arm land
In 1990 woonde 2,3 miljard mensen in steden, nu is dat ruim 4 miljard.

De verstedelijkingsgraad in Afrika is 11 keer zo hoog als in Europa.


Eén gevolg hiervan is dat?
Meer dan de helft van de stedelijke bevolking woont in slums, ofwel krottenwijken.








Slide 9 - Slide

GB 257C

Slide 10 - Slide

GB 257D

Slide 11 - Slide

Werken in een megastad in ontwikkelingsland
  • Tussen 1850-1950: plattelanders trekken naar de stad door opkomende industrie.
  • In arme landen op het platteland --> formele sector geen optie.
  • Laag geschoold --> geen werk --> ontstaan scharreleconomie, ofwel: informele sector.
  • Concurrentie --> afval sorteren, voedsel verkopen, drugshandel, sjouwer op de bouw..
  • Kinderen in stad krijgen onderwijs --> leren een vak en vinden wel werk --> Lima, Kinshasa, Meddelin --> toekomst verbetert. 

Slide 12 - Slide

Welke problemen kent de megastad in de niet-westerse wereld?
Wonen
Infrastructuur overbelast
Vervuiling
Werken

Slide 13 - Slide

Metropool
Een andere naam voor grote steden is: metropool 

Voorbeelden van metropolen in de westerse wereld zijn:
  • Londen
  • Parijs
  • New York 

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat de belangrijkste redenen zijn voor de woon-, werk- en milieuproblemen in een megastad
  • Je begrijpt waarom de informele sector 'de smeerolie van de stedelijke economie' wordt genoemd.
  • Je kunt met een kaart of foto uitleggen hoe een krottenwijk verandert.

Slide 15 - Slide

  • Armoede
  • Te snelle groei
  • Geen scholing
  • Te weinig aanbod
  • Overbevolkt
  • Te weinig voorzieningen
  • Geen regels
  • Geen controle
Overbelaste infrastructuur
Werk
Wonen
Vervuiling

Slide 16 - Drag question

Wat is een belangrijke oorzaak van woonproblemen?
A
Onvoldoende huisvesting
B
Lagere inkomens
C
Hoge huurprijzen
D
Ruime beschikbare woningen

Slide 17 - Quiz

Wat draagt bij aan werkproblemen in megasteden?
A
Werkloosheid
B
Concurrentie op de arbeidsmarkt
C
Hoge lonen
D
Voldoende werkgelegenheid

Slide 18 - Quiz

Wat is een milieuprobleem in megasteden?
A
Afvalbeheer
B
Natuurlijke bossen
C
Luchtvervuiling
D
Schone energiebronnen

Slide 19 - Quiz

Waarom wordt de informele sector belangrijk genoemd?
A
Het bevordert economische groei
B
Het is volledig illegaal
C
Het creëert werkgelegenheid
D
Het vermindert belastinginkomsten

Slide 20 - Quiz

Hoe ondersteunt de informele sector de economie?
A
Door diensten snel aan te bieden
B
Door internationale bedrijven te bevoordelen
C
Door belastingontduiking te stimuleren
D
Door lokale producten te verkopen

Slide 21 - Quiz

Wat is een kenmerk van een krottenwijk?
A
Moderne woningen
B
Hoog inkomen
C
Slechte infrastructuur
D
Armoede

Slide 22 - Quiz

Aan de slag met het PO

Slide 23 - Slide