H5.3 Horen en zien

H5.3 Horen en zien
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5.3 Horen en zien

Slide 1 - Slide

Horen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de delen van het oor benoemen met hun functie
  • Je kunt de bouw en werking van de delen van het oog beschrijven

Slide 3 - Slide

Oren

Slide 4 - Slide

Animaties oor

Slide 5 - Slide

Buis van Eustachius
Verbindt trommelholte met keelholte. De wanden liggen meestal tegen elkaar. Bij gapen of slikken gaat hij open. Er gaat dan lucht van trommelholte naar keelholte en andersom. Luchtdruk wordt gelijk, hierdoor kan trommelvlies goed trillen. 

Slide 6 - Slide

Buitenkant van het oog
Harde oogvlies: oogspieren
Hoornvlies: over pupil en iris.

Slide 7 - Slide

Traanklier: produceert traanvocht (beschermt tegen uitdroging)
Traanbuis: traanvocht wordt afgevoerd naar neusholte.
BESCHER-
MING VAN HET OOG

Slide 8 - Slide

Wimpers beschermen de ogen tegen vuil en fel licht (reflex -> sluiten van de ogen)

Slide 9 - Slide

oogspieren
Bevinden zich aan de buitenkant van het harde oogvlies.

FunctieLaten jouw ogen van richting veranderen.

Slide 10 - Slide

Het Oog

Slide 11 - Slide

Het oog: Dwarsdoorsnede
Glasachtig lichaam: geleiachtige massa
Lens: zorgt dat je scherp kunt zien.
Vaatvlies: voeding oog, veel bloedvaten
Netvlies:  zintuigcellen voor impulsen
Oogzenuw: geleidt impulsen naar hersenen
Gele vlek: plek waar je het scherpst ziet
Blinde vlek: geen zintuigcellen (plaats waar oogzenuw het oog verlaat.

Slide 12 - Slide

Staafjes:
* lage drempelwaarde voor veel licht
* licht/donker zien
* liggen over hele netvlies verspreid maar niet op blinde 
of gele vlek

Kegeltjes:
* hoge drempelwaarde voor licht
* alleen bij voldoende licht kun je
voorwerpen waarnemen
* kleuren
* liggen op en rond gele vlek

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

bijziend of verziend

Slide 15 - Slide