P1_13_hh theorie verhaalanalyse

Verhaalanalyse (8)
Aan het einde van de les:
  • Is alle theorie voor de toets verhaalanalyse duidelijk
  • Heb je geoefend met het analyseren van een kort verhaal
  • Heb je inzicht in je resultaat van de toets spelling
  • Is je leesverslag van 'Het gouden ei' zo goed als af
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Verhaalanalyse (8)
Aan het einde van de les:
  • Is alle theorie voor de toets verhaalanalyse duidelijk
  • Heb je geoefend met het analyseren van een kort verhaal
  • Heb je inzicht in je resultaat van de toets spelling
  • Is je leesverslag van 'Het gouden ei' zo goed als af

Slide 1 - Slide

Planning
  • Wat moet je leren voor de toets?
  • Theorie §1.6 analyse en interpretatie
  • Bespreken toets spelling
  • Werken aan leesverslag

Slide 2 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus 6 Literatuur
  • §1 Wat is literatuur?
  • §2 Personages
  • §3 Perspectief
  • §4 Tijd
  • §5 Motieven en thema's
  • §6 Analyse en interpretatie
Theorievragen en kort verhaal + toepassing theorie

Slide 3 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus 6 Literatuur
  • §1 Wat is literatuur?
  • §2 Personages
  • §3 Perspectief
  • §4 Tijd
  • §5 Motieven en thema's
  • §6 Analyse en interpretatie
- Je weet welke criteria worden gebruikt om uitspraken te doen over de literariteit van teksten.
- Je kunt verschillende criteria gebruiken om te bepalen in hoeverre een tekst literair is
- Je kunt de begrippen literatuur en stijl gebruiken

Slide 4 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus 6 Literatuur
  • §1 Wat is literatuur?
  • §2 Personages
  • §3 Perspectief
  • §4 Tijd
  • §5 Motieven en thema's
  • §6 Analyse en interpretatie
- Je kunt verschillende soorten personages onderscheiden
- Je kunt personages en hun ontwikkeling beschrijven

Slide 5 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus 6 Literatuur
  • §1 Wat is literatuur?
  • §2 Personages
  • §3 Perspectief
  • §4 Tijd
  • §5 Motieven en thema's
  • §6 Analyse en interpretatie
- Je kunt verschillende soorten perspectief onderscheiden
- Je kunt de werking van een onbetrouwbaar perspectief uitleggen

Slide 6 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus 6 Literatuur
  • §1 Wat is literatuur?
  • §2 Personages
  • §3 Perspectief
  • §4 Tijd
  • §5 Motieven en thema's
  • §6 Analyse en interpretatie
- Je kunt manipulaties van de chronologie in een verhaal herkennen
- Je kunt het effect van het tijdsverloop onder woorden te brengen
- Je kunt onderscheid maken tussen fabel en sujet

Slide 7 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus 6 Literatuur
  • §1 Wat is literatuur?
  • §2 Personages
  • §3 Perspectief
  • §4 Tijd
  • §5 Motieven en thema's
  • §6 Analyse en interpretatie
- Je kunt concrete en abstracte motieven herkennen en begrijpen
- Je kunt onderscheid maken tussen het onderwerp en het thema van een literaire tekst

Slide 8 - Slide

Wat moet je leren voor de toets?
Cursus 6 Literatuur
  • §1 Wat is literatuur?
  • §2 Personages
  • §3 Perspectief
  • §4 Tijd
  • §5 Motieven en thema's
  • §6 Analyse en interpretatie
- Je kunt een kort verhaal analyseren en interpreteren

Slide 9 - Slide

§1.6 Analyse en interpretatie (1)
Analyse: systematisch verhaalelementen onderzoeken
  • personages
  • perspectief
  • tijd
  • motieven/thema's
  • stijl

Slide 10 - Slide

§1.6 Analyse en interpretatie (2)
Interpretatie betekenis toekennen aan het hele verhaal
-> Waarover gaat dit verhaal?

-> Wat is het thema en wat wil de schrijver daarover duidelijk maken?

Slide 11 - Slide

To do
  • Cursus 6 Literatuur §6 (blz. 198-200)
    Maak opdr. 1, 2 en 3

Slide 12 - Slide

Toets bespreken
  • niets aanpassen in je toets - kopie gemaakt

  • eventuele fouten na bespreking doorgeven

Slide 13 - Slide

To do
  • Afmaken leesverslag 'Het gouden ei' 

Slide 14 - Slide