T2 Geboorte & Erfelijkheidsonderzoek

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Paragraaf 5 : geboorte


2.5.1 Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.


Slide 2 - Slide

Bevalling
Hormonen regelen de geboorte van een baby.

De bevalling bestaat uit 5 stappen.

Slide 3 - Slide

indaling

De indaling begint vaak een paar weken voor de bevalling. Hierbij zakt het hoofdje van de foetus naar beneden.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

weeën
De bevalling start met weeën. De spieren in de baarmoederwand krachtig samen.


Tijdens de weeën worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder. Dit heet de ontsluiting.
 Hierbij breken meestal de vruchtvliezen, waardoor het vruchtwater voor een deel naar buiten komt.

 De opening die bij de ontsluiting ontstaat, moet groot genoeg zijn voor het hoofdje van de foetus. Bij een volledige ontsluiting is de diameter van de opening tien centimeter.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

uitdrijving
Bij de uitdrijving worden de weeën steeds heftiger en nu trekken de spieren in je buikwand ook samen.

Je noemt dit persweeën.

Persweeën persen het kind naar buiten.

Slide 8 - Slide

uitdrijving

Slide 9 - Slide

nageboorte
De bevalling is nog niet afgelopen.
 Er zijn nog drie delen die uit de baarmoeder moeten komen:
• de placenta
• de vruchtvliezen
• de resten van de navelstreng

Deze drie delen samen zijn de nageboorte. 
De nageboorte komt ongeveer een kwartier na de baby. Persweeën zorgen ervoor dat de nageboorte uit de baarmoeder komt.

 De verloskundige of arts controleert of de nageboorte compleet is.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Klassikaal 


Opdracht 5

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
Paragraaf 8 : erfelijksheidsonderzoek

2.8.1 Je kunt situaties noemen waarin het verstandig is genetisch advies in te winnen.
2.8.2 Je kunt methoden van prenataal onderzoek beschrijven.


Slide 17 - Slide

Wanneer genetisch onderzoek?

Als een aantal familieleden een bepaalde aandoening heeft.

Bij een aantal miskramen

Slide 18 - Slide

Drager

Slide 19 - Slide

Prenataal onderzoek
Pre = voor,  nataal = geboorte
  • echo
  • vlokkentest
  • vruchtwaterpunctie
  • nipt

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

echo

Slide 22 - Slide

vlokkentest

Slide 23 - Slide

vruchtwaterpunctie

Slide 24 - Slide

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)
Er wordt bloed afgenomen
bij de moeder
Geen risico op miskraam

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Opdrachten maken
Paragraaf 2.4 t/m 2.8 oefenen voor het BVB!

Stel vragen!

ÓF WERK AAN HET RECLAMEFILMPJE

Slide 27 - Slide