Maten en hoeveelheden - 1

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 2

Maten en hoeveelheden

Op het eind van de les: 

* weet je welke maateenheden er zijn.

* kun je maateenheden omrekenen.

Noteer zo veel mogelijk maten die je kent

De lengte geeft aan hoe lang iets is. De basiseenheid van lengte is meter.

• Kilometer (km)
• Hectometer (hm)
• Decameter (dam)
• Meter (m)
• Decimeter (dm)
• Centimeter (cm)
• Millimeter (mm) 

Het gewicht geeft aan hoe zwaar iets is. De basiseenheid van gewicht is gram.

• Ton (t)
• Kilogram (kg)
• Gram (g)
• Milligram (mg)

Let op: 1 ton = 1.000 kg

De inhoud geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt of hoeveel erin past. Basiseenheid is liter.

• Liter (l)
• Deciliter (dl)
• Centiliter (cl)
• Milliliter (ml) 

De hoogte van een boekenkast is ongeveer

1. 1.800 cm
2. 180 cm
3. 1,80 meter
4. 18.000 mm

Het gewicht van een olifant is ongeveer:

1. 4 ton
2. 400 hg
3. 400.000 kg
4. 4.000 kg

De inhoud van een flesje nagellak is:

1. 50 l
2. 50 cl
3. 50 ml
4. 50 dl

Omrekenen van lengte

Omrekenen van gewicht

Omrekenen van inhoud.

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃