KB/B1 Nederlands Spelling Blok 5

Spelling blok 5
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Spelling blok 5

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Voorkennis ophalen
- Uitleg theorie
- Verwerkingsopdracht
- Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Voorkennis ophalen

Slide 3 - Slide

Verleden tijd
Een van de werkwoorden in een zin is de persoonsvorm.
Je gebruikt de persoonsvorm in de verleden tijd (vt) als iets is gebeurd.


Slide 4 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Zwakke werkwoorden
bij de meeste werkwoorden maak je de verleden tijd door achter de ik-vorm:   -de of -te te zetten.
Bijvoorbeeld:
betalen
ik betaal
ik betaalde

Slide 9 - Slide

Maar hoe?
Hoe weet je nou of je er -te of -de achter moet zetten?

Dan maken we gebruik van:

Slide 10 - Slide

'T SeXy FoKSCHaaP



Slide 11 - Slide

'T SeXy FoKSCHaaP
* alleen de medeklinkers tellen mee! 
Kijk naar het hele werkwoord                                                                     krijsen
Haal –en van het werkwoord af        (de stam)                                     krijs
Maak de juiste ik-vorm                                                                                  krijs
Kijk naar de laatste letter                                                                              krijs

Zit de laatste letter in het sexy fokschaap?
Zo ja: schrijf ik-vorm + te(n)                                                                        krijste
Zo nee: schrijf ik-vorm + de(n)

Slide 12 - Slide

Hoe werkt het?
1. Kijk naar het hele werkwoord.
2. Je bedenkt wat de stam is. (-en)
3. Je kijkt naar de laatste letter van de stam.
4. Zit de laatste letter in 't sexy fokschaap?
5. Ja: dan komt er -te achter de ik-vorm
6. Nee: dan komt er -de achter ik-vorm

Slide 13 - Slide

Verleden tijd van:
ik vis

Slide 14 - Open question

VT (Verleden Tijd)
ik verf

Slide 15 - Open question

VT:
Ik gooi

Slide 16 - Open question

Conclusie
Bij zwakke werkwoorden (die  niet van klank veranderen) gebruiken we 'T SeXy FoKSCHaaP in de verleden tijd.
1. Je zoekt naar de stam.
2. Je kijkt naar de laatste letter van de stam.
3. Zit de laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP?
4. Ja, dan -te achter de ik-vorm.
5. Nee, dan -de achter de ik-vorm.

Slide 17 - Slide

B of p achteraan?
Is de laatste letter van een woord b of p? Of d of t? Maak het woord langer en je hoort het.

woord d of t? -> langer maken -> je weet hoe je het schrijft!
lib of lip?       → lippen            → lip 
dub of dup?   → dubben          → dub

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Verlengingsregel
Als de laatste letter van een woord klinkt als (t) of (p)
Dan maak je het woord langer.
Je hoort dan wat je moet schrijven: -t of –d, -p of –b.

Slide 20 - Slide

Eindigt dit woord op een B of P?

We..
A
B
B
P

Slide 21 - Quiz

Eindigt dit woord op een B of P?

Kle..
A
B
B
P

Slide 22 - Quiz

d of t?
bor_
A
d
B
t

Slide 23 - Quiz

d of t?
beel_
A
d
B
t

Slide 24 - Quiz

d of t?
plaa_
A
d
B
t

Slide 25 - Quiz

Eindigt dit woord op een D of T?

Na..
A
D
B
t

Slide 26 - Quiz

Kies de juiste letter: -t of -d.

Ik kies een grotere maa___ pyjama, die zit veel lekkerder,
A
-t
B
-d

Slide 27 - Quiz

Uitleg ei of ij

Slide 28 - Slide

Woorden met een -ei of -ij


Kun jij horen of je -ei of -ij schrijft? Nee.
Woorden met -ei of -ij moet je uit je hoofd leren.

Slide 29 - Slide

ei of ij
__ndelijk kunnen we naar huis
A
ei
B
ij

Slide 30 - Quiz

Vul in: ei of ij
gr......zer

Slide 31 - Open question

Vul in: ei of ij
g...t

Slide 32 - Open question

Vul in: ei of ij
str...den

Slide 33 - Open question

Vul in een ei of ij
dolf..n

Slide 34 - Open question

Vul in een ei of ij
r..ger

Slide 35 - Open question

ei of ij? Noteer de 2 woorden.

Het is geh___m waar we naar toe r_____zen.

Slide 36 - Open question

ei of ij? Noteer de 2 woorden.

Het jongste m___sje won de zwemwedstr____d.

Slide 37 - Open question

Vul -ei of -ij in de zin:
M..n zusje eet alt..d 1 aardb.. b.. het ontb..t.

Slide 38 - Open question

WEEKTAAK Week 14
Spelling Blok 5

B1A: Maken opdrachten: 17 t/m 20 
Oefenboekje: Spelling blok 5 – herhaling
KB1A: Maken opdrachten: 16 t/m 20
Oefenboekje: Spelling blok 5 – herhaling 


Slide 39 - Slide