Deze werkwoorden zijn volledig onregelmatig. Er zijn 3.
1. SER = zijn 2. IR = gaan
3. DAR = geven
*Er zijn 3 groepen onregelmatige werkwoorden.
Slide 16 - Slide
El pretérito indefinido
verbos irregulares = onregelmatige werkwoorden
2. Onregelmatige stam/ irregular stem.
-Tener (hebben) -Hacer (doen) -Estar (zijn/ zich bevinden)
Slide 17 - Slide
El pretérito indefinido
3. 3e en 6e persoon onregelmatige werkwoord/ 3rd en 6th person irregular verbs.
*Deze werkwoorden zijn alleen onregelmatig in de derde persoon (él/ ella, usted) en 6e persoon (ellos/ ellas/ ustedes). Bij deze werkwoorden verandert de klinker in de stam.
Slide 18 - Slide
El pretérito indefinido
*Bij deze werkwoorden is de uitgang hetzelfde als bij regelmatige werkwoorden alleen is er een stam verandering bij de 3e en 6e persoon.
Slide 19 - Slide
Vul de zinnen in met de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes. Gebruik de pretérito indefinido.
1. Ayer, María __________ (hablar) con su amiga por teléfono.
2. La semana pasada, nosotros __________ (estudiar) mucho para el examen.
3. Tú __________ (caminar) por el parque el domingo pasado.
4. Ellos __________ (trabajar) en el proyecto juntos el mes pasado.
5. El año pasado, mi familia y yo __________ (viajar) a Argentina.
6. Vosotros __________ (comprar) muchos regalos para la Navidad.
7. Juan __________ (cocinar) una cena especial para su familia.
8. Yo __________ (vivir) en esa casa durante cinco años.