3.4 Het Christendom

3.4 Het Christendom


Mavo/havo 1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

3.4 Het Christendom


Mavo/havo 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

- Uitleg
- Filmpje
- Opdrachten maken
- Evalueren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.4
Hoe is het christendom ontstaan en waardoor werd het een belangrijke godsdienst?

Hoe kwam het Christendom terecht in het Romeinse rijk?

Slide 3 - Slide

Jezus van Nazareth
  • 63 v. Chr. veroverden de Romeinen Joods gebied.
  • Jezus van Nazareth, Joodse man die rondreist in de streek Palestina.
  • Jezus kwam op voor de armen, zei dat god goede mensen beloond en slechte mensen straft. -> Jezus kreeg veel aanhangers/volgelingen.

  • Jezus kreeg veel aanhangers - Christenen (monotheïsme)
  • Kruisiging - Opstand komen
  • Keizer Nero

Slide 4 - Slide

Keizer Nero (54-68 na Chr.)
Suetonius:'Een soort mensen van een nieuw, boosaardig geloof.'

Grote brand van Rome in 64 n.Chr.

De Christenen kregen de schuld van keizer Nero.

Vervolging van Christenen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Het christendom wordt verspreid
  • De wegen in het Romeinse Rijk waren goed en veilig.
  • Christenen konden gemakkelijk hun geloof verspreiden.

  • Jezus zei: 'voor God iedereen gelijk, goede mensen krijgen een plaats in de hemel'.
  • Veel enthousiasme, inclusief armen, vrouwen en slaven.

  • Romeinen waren tolerant, mits de Romeinse keizer als god werd erkent.
  • Weigering door christenen -> Christenvervolging vanwege monotheïstisch geloof.

Slide 8 - Slide

Christendom wordt staatsgodsdienst
  • Constantijn gebruikte het christendom vooral om eenheid te krijgen in zijn rijk.
  • Constantijn steunde de kerk met geld en door het bouwen van kerken.
  • Constantijn verplaatste de hoofdstad van Rome naar Constantinopel (330nC).

Slide 9 - Slide

Christendom als staatsgodsdienst
  • Christendom blijft groeien, ondanks gevaren.
  • Goed georganiseerd, de leider in grote steden was de bisschop.
  • Bisschop van Rome -> Belangrijkste bisschop, later paus (papa).

  • 380: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden.
     
  • Het christendom wordt in 394 staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden.
     
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd.

Slide 10 - Slide

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt van 3.4 de opdrachten 3, 5, 6, 7, 12 (havo opdracht optioneel)

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Keuze: markeer belangrijke zinnen, popplet, Quizlet.

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 11 - Slide

Wat is het verschil tussen het monotheïsme en het polytheïsme?

Slide 12 - Open question

Geef een voorbeeld van een polytheïstische godsdienst en een monotheïstische godsdienst

Slide 13 - Open question

Benoem per Romeinse keizer wat deze deed met het christendom:

Nero
Constantijn de Grote
Theodosius

Slide 14 - Open question

Waarom heeft het Christendom zich nog sneller verspreid toen het een staatsgodsdienst werd?

Slide 15 - Open question