Rekenregels: optellen en aftrekken

 Rekenregels: optellen en aftrekken
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

 Rekenregels: optellen en aftrekken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

             Negatieve getallen optellen
Je kunt positieve en negatieve getallen bij elkaar optellen.

Slide 4 - Slide

Rekenregel negatieve getallen optellen
8+2=
10+5=
2+13=

Slide 5 - Slide

Rekenregel negatieve getallen optellen
818=
3516=
2+13=

Slide 6 - Slide

Wat zijn negatieve getallen
A
getallen < -1
B
getallen > 0
C
getallen > -1
D
getallen < 0

Slide 7 - Quiz

Negatieve getallen optellen

- 4 - (-5)=
A
-9
B
9
C
-1
D
1

Slide 8 - Quiz

Negatieve getallen optellen

8 - (-3)=
A
5
B
11
C
-11
D
-5

Slide 9 - Quiz

- 3 + (-4)=

Slide 10 - Open question

Negatieve getallen optellen

4 + (-3) -(-2)=
A
9
B
-1
C
3

Slide 11 - Quiz

5 -(-2) -(+3)=

Slide 12 - Open question

Maak het rijtje af
-17, -14, -11, -8, ....
A
-6
B
-5
C
-4
D
-3

Slide 13 - Quiz

Maak het rijtje af:
2,8 /// 2,6 /// 2,4 /// 2,2 /// 2,0 ....

Slide 14 - Open question

Negatieve getallen optellen

- 18 + (0,5)=
A
-17,5
B
17,5
C
-18,5
D
18,5

Slide 15 - Quiz

Negatieve getallen optellen

- 79 - (+0,312)=
A
-78,688
B
-79,312
C
78,688
D
79,312

Slide 16 - Quiz

+17 + (+ 1,25)=

Slide 17 - Open question

- 17 + (+ 1,25)=

Slide 18 - Open question

Kijk
Wat past er op de _______ 
Kijk hoe je het uitrekent. 

Slide 19 - Slide

Wat staat er op de puntjes?
...... + (- 50) = -30
A
20
B
80
C
-20
D
-80

Slide 20 - Quiz

Wat staat er op de puntjes?
20 - ...... = 5
A
(+15)
B
(- 15)
C
(+5)
D
(-5)

Slide 21 - Quiz

Wat staat er op de puntjes?
- 28 - ....... = -25
A
(+3)
B
(- 3)

Slide 22 - Quiz

Je kan de ____ ook vervangen door een letter

x + 7 = 9
=> x = 9 - 7
x = 2

Slide 23 - Slide

x + 12 = 2
x = ?
A
-14
B
14
C
10
D
-10

Slide 24 - Quiz

7 + 9 - x = 15 + 8
- x = 15 + 8 - 7 - 9
-x = 7
x = ?
A
7
B
-7

Slide 25 - Quiz

- 15 + x = 23
x = ?

Slide 26 - Open question

16 - 8 + 2 = x + 2
x = ?

Slide 27 - Open question

Staan er meer termen tussen de haakjes. Reken eerst de haakjes uit. 
7 - (2 + 3 - 1) - 4 = x + ( 5 - 7)
+7 - ( +4) - 4 = x + (-2)
7 - 4 - 4 = x - 2
7 - 4 - 4 + 2= x
1 = x
x = 1
7 - 2 - 3  + 1 - 4 = x + 5 - 7
-1 = x - 2
- x = -2 +1 
- x = -1
x = 1

Slide 28 - Slide

x + (5 - 3) - (8 + 7 - 9) = 13
x = ?

Slide 29 - Open question

x + (5 - 3) - (8 + 7 - 9) = 13
x + 2 - (+7)= 13
x + 2 - 6 = 13 
x = 13 - 2 + 6 
x = 17
x + 5 - 3 - 8 - 7 + 9 = 13
x - 4 = 13
x = 13 + 4
x = 17

Slide 30 - Slide

9 + (7 - 3) - (-5 - 3 - 2) + 1 - x = 3
x = ?

Slide 31 - Open question

9 + (7 - 3) - (-5 - 3 - 2) + 1 - x = 3
9 + (+4) - ( -10) + 1 - x = 3
9 + 4 + 10 + 1 - x = 3
24 - x = 3 
-x = 3 - 24
-x = -21
x = 21
9 + 7 -3 + 5 + 3 + 2 + 1 - x = 3
24 - x = 3 
-x = 3 - 24
-x = - 21 
x = 21

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide