krachten: krachten in constructies





krachten: krachten in constructies
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson





krachten: krachten in constructies

Slide 1 - Slide

Naomi gebruikt een krachtmeter om de zwaartekracht te meten op een reep chocolade van 45 g.

Bereken de grootte van de zwaartekracht op de reep chocolade.



Slide 2 - Slide

Tijdens een proefwerk moet Jeffrey drie krachten in een afbeelding tekenen:
F1 = 85 N, F2 = 53 N en F3 = 48 N
Als krachtenschaal gebruikt hij 1 cm ≙ 15 N.

Bereken hoe lang Jeffrey elke pijl moet tekenen. Geef je antwoorden in cm, met één cijfer achter de komma.


Slide 3 - Slide

In de afbeelding  zie je Anton die aan het bungeejumpen is.
In de situatie op de foto oefent het elastiek nog geen veerkracht uit op Anton.

a Waaraan zie je dat?

b Wanneer begint de veerkracht van het elastiek op Anton te werken?

Anton merkt op een bepaald moment dat de veerkracht van het elastiek groter is dan zijn zwaartekracht.

c Waaraan merkt hij dat?

d Wanneer is de veerkracht die op Anton wordt uitgeoefend, het grootst?

De maximale veerkracht is een stuk groter dan de zwaartekracht.

e Wat gebeurt er dus met Anton?


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bruggen
Trekkrachten en drukkrachten zijn belangrijk voor het maken van een brug.

Zie hier de tuibrug.

Slide 6 - Slide




Tuibrug
Erasmusbrug Rotterdam

Slide 7 - Slide

De tuibrug
  • Op de kabels staat er een spankracht → 

  • Op de pylonen staat een drukkracht → 

  • Op het brugwegdek staan druk en trekkrachten 

Slide 8 - Slide

krachten in constructies

Slide 9 - Slide

De driehoek is sterk
De driehoek is de meest sterke vorm omdat:

- Hij vormvast is, want de duw en trekkrachten zijn even groot.

Een driehoek is star.

Slide 10 - Slide

Stevigheid
  • door driehoeken

Slide 11 - Slide

aan de slag
lezen 10.2 (bouwmateriaal kiezen)
maken 1 t/m 9

Slide 12 - Slide