Gasdruk ontstaat doordat de moleculen in een opgesloten ruimte tegen elkaar en de wand aan botsen.
De druk wordt hoger als de temperatuur stijgt omdat de deeltjes sneller gaan bewegn en meer botsen
Slide 3 - Slide
Gasdruk
Afgesloten ruimte
Moleculen botsen tegen de wand en tegen elkaar aan
Gasdruk groter maken
Slide 4 - Slide
Kelvinschaal
- 0 graden Kelvin = -273 graden Celsius
- Bewegen van moleculen
Slide 5 - Slide
7.3 Stoffen scheiden
scheidingstechnieken
zuivere stof / mengsel
Slide 6 - Slide
Stoffen scheiden
Slide 7 - Slide
Mengsel
Allemaal verschillende moleculen in één stof
Slide 8 - Slide
Wat is een mengsel?
Veel stoffen die wij nodig hebben, komen uit de natuur.
Die stoffen vind je meestal niet in zuivere vorm, maar in een mengsel.
Een mengsel bestaat uit verschillende soorten moleculen.
Lucht is een mengsel van meerdere gassen
Beton is een mengsel van water, cement en zand
Extra
Net zoals bij een fase overgang, veranderen de moleculen van een stof niet. Dus de verschillende stoffen in een mengsel behouden dezelfde moleculen.
Om die verschillende soorten moleculen van elkaar te scheiden gebruik je een scheidingsmethode
Slide 9 - Slide
Scheidingsmethoden
We gaan kijken naar drie scheidingsmethoden:
Indampen
Filtreren
Extraheren
Slide 10 - Slide
Stoffen scheiden
Om stoffen van elkaar te scheiden, gebruik je een scheidingsmethode.
Welke je gebruikt hangt af van de stoffen die in het mengsel aanwezig zijn.
Extra
De scheidingsmethodes die wij in deze paragraaf gaan behandelen, zijn indampen, filtreren en extraheren.
Indampen
Filtreren
Extraheren
Slide 11 - Slide
Indampen
Voorbeeld
Zeewater is een oplossing van zout in water. Wanneer je dat gaat verhitten, verdampt het water en blijft het zout als vaste stof achter. Het scheiden van deze 2 stoffen op deze manier heet indampen.
Extra
Indampen is dus een manier om een opgeloste stof te scheiden van een oplosmiddel.
Opgeloste stof scheiden van oplosmiddel
Verwarmen
Nadeel: 1 stof verdwijnt
Slide 12 - Slide
Filtreren
Vaste stof scheiden van vloeistof
Filter
Residu - blijft achter in filter
Filtraat - gaat door filter heen
Slide 13 - Slide
Filtreren
Je giet het mengsel voorzichtig in een filter. De vloeistof (filtraat) gaat door het filter heen en de vaste stof (residu) blijft achter.
Extra + voorbeeld
Door filtreren kun je een vaste stof scheiden van een vloeistof.
Een voorbeeld hiervan is een mengsel van zand en water. Wanneer je dat door een filter laat lopen, blijft het zand in de filter achter.
Slide 14 - Slide
Extraheren
Oplosbare stof scheiden van onoplosbare stof
nodig:
-Oplosmiddel
Slide 15 - Slide
Zuivere stoffen
Bestaan uit één type molecuul!
Slide 16 - Slide
Zuivere stoffen
Zuivere stoffen bestaan uit alleen moleculen van die stof.
Bijvoorbeeld: een schepje suiker bevat alleen suikermoleculen.
Slide 17 - Slide
Zuivere stof
In theorie kun je een stof zo ver zuiveren dat je een 100% zuivere stof overhoudt. Alle moleculen in die stof zijn dan van dezelfde soort. (Zie afbeelding 13 van je boek)
In praktijk is dat niet haalbaar: er blijven altijd kleine hoeveelheden van andere moleculen achter.
In het dagelijks leven betekent 'zuiver' dat je een stof veilig kunt gebruiken.
Kraanwater is geen zuivere stof: er zitten opgeloste stoffen in. Toch is het wel 'zuiver drinkwater': je kunt het zonder gevaar drinken.
Slide 18 - Slide
Zuiveren
Als je een stof gaat zuiveren, ben je eigenlijk de moleculen aan het sorteren. Je zorgt ervoor dat de moleculen van dezelfde soort bij elkaar terechtkomen. Dat sorteren en zuiveren doe je door scheidingsmethodes te gebruiken.
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13
3 zuivere stoffen
Slide 19 - Slide
Stappenplan: Het mengsel zand en zout scheiden
Bij het mengsel voeg je water toe. Het zout lost op en het zand niet.
Je hebt nu een mengsel van een vloeistof en een vaste stof: dit ga je filtreren.
Je hebt nu een mengsel van een opgeloste stof en het oplosmiddel: dit ga je indampen.
Extraheren
Bij stap 1 ben je aan het extraheren. De ene stof lost wel op en de andere niet.
Filtreren
Bij stap 2 ga je filtreren. Het zand blijft achter in het filter en het water met daarin de opgeloste stof (zout) gaat door het filter heen.
Indampen
Bij stap 3 ga je indampen. Het water verdampt en het zout blijft in vaste vorm achter.