Basisstof 2: Het ademhalingsstelsel

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Basisstof 2: Het ademhalingsstelsel
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Thema 1: Verbranding en ademhaling
Basisstof 2: Het ademhalingsstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling afspraken
Leerdoelen
Huiswerk controle
Huiswerk noteren in je agenda
Uitleg thema 1, basisstof 3
Aan de slag!  



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Gemaakte afspraken
  • Voor de 2e bel ben je naar het toilet geweest. In de les kan je niet meer naar het toilet.
  • Je zit volgens de plattegrond, je gaat rustig naar je plaats
  • Je legt bij binnenkomst boek, gesloten iPad en schrijfwaren op tafel
  • Je wacht rustig op je plaats totdat de docent begint 
  • Wanneer de docent praat, zijn de leerlingen stil
  • Bij een vraag steek je je vinger op, je kan dan de beurt krijgen.
  • Lesmateriaal is op orde, huiswerk is gemaakt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk controle!!!
Hoe is het huiswerk gemaakt?

Nog moeilijkheden?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les: 
  • kan je alles van het ademhalingsstelsel aanwijzen op een plaatje en je weet hoe alles heet
  • weet je wat alle dingen van het ademhalingsstelsel doen, waarvoor ze nodig zijn, wat hun functie is

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 1.2
Eerst volgende les:
Vanaf blz.15:
Maken: opdrachten 1-2-3-4-5-6-7-+8

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

samenstelling droge lucht.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel
  1. Lucht adem je in door je neus of je mond -> neusholte / mondholte
  2. Door de keelholte en het strottenhoofd naar de luchtpijp
  3. Luchtpijp vertakt in twee bronchiën
  4. Bronchiën vertakken zich in steeds kleinere buisjes (luchtpijptakjes)
  5. Aan het einde daarvan zitten longblaasjes

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel
Onder de longen ligt het middenrif.
Dit is een spier die tussen de borstholte en de buikholte ligt.

Als je de hik hebt voel je deze spier, hij trekt zichzelf van telkens kort samen.

Slide 10 - Slide

Je middenrif zorgt ervoor dat je borstholte groter wordt, zodat je longen zich kunnen vullen met lucht.
Neusholte
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies. De slijmlaag is vochtig -> de lucht die je inademt wordt ook vochtig.

Snot is slijm dat teveel wordt aangemaakt. 

Bloedvaatjes warmen de lucht op.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lucht zuiveren
Vooraan de neusholte groeien neusharen die grote stofdeeltjes tegenhouden. 

Kleine stofdeeltjes blijven plakken aan het neusslijmvlies.

De trilharen verplaatsen slijm naar de keelholte. Je slikt het in.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lucht zuiveren
Ook je reukzintuig zit bovenin de neusholte.

Deze waarschuwt je bijvoorbeeld voor stinkende gassen die giftig of schadelijk kunnen zijn. 

Inademen door je mond is minder gezond. Waarom?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Keelholte
Na de neus- of mondholte komt de lucht in de keelholte. 
  • Lucht moet de luchtpijp in
  • Voedsel moet de slokdarm in.

Om dit te regelen hebben we twee klepjes:
  1. Huig
  2. Strotklepje

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Keelholte
Als je ademhaalt, zijn de slokdarm en luchtpijp allebei open.

Als je slikt, sluit de huig de neusholte af en het strotklepje sluit de luchtpijp af.

Soms sluiten de huig en/of het strotklepje niet goed -> Verslikking

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp en longen
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd. 

De luchtpijp hebben kraakbeenringen in de wand. Deze zorgen voor stevigheid en zorgen ervoor dat hij altijd openstaat. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Luchtpijp en longen
Ook in de wand van de bronchiën zitten kraakbeenringen. 

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.

Slide 17 - Slide

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.
Luchtpijp en longen
 De bronchiën vertakken zich tot kleinere buisjes met aan het eind de longblaasjes

Daar wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide wordt uit het bloed weer afgegeven aan de lucht. 

Slide 18 - Slide

De wanden van de luchtpijp, bronchiën, buisjes en longblaasjes zijn bekleed met slijmvlies. Aan het slijm blijven stof en ziekteverwekkers plakken. Als het slijmvlies extra veel slijm maakt, ga je hoesten.
Ademhalen door de mond is gezonder dan ademhalen door de neus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

wat hoort niet bij de ademhaling
A
longen
B
slokdarm
C
luchtpijp
D
zuurstof

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke spier helpt bij je ademhaling
A
Je hersenen
B
Je middenrif
C
Je longen
D
Je buikspieren

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van ademhaling?
A
Voedsel opnemen en afvalstoffen afgeven
B
Lucht zuiveren
C
Water opnemen en koolstofdioxide afgeven
D
Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag! Thema 1.2
Wat?  Maken: vanaf blz.15    1-2-3-4-5-6-7-+8
Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? De belangrijkste vragen worden besproken in de klas waarbij ik leerlingen aanwijs om antwoord te geven.
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 1.2
               



timer
10:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions