MODTH M5 les 3 spierstelsel 2023

 Les 3 Spierstelsel
                             
                              Module 5 Gezichtsmassage 

1 / 38
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 135 min

Introduction

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructions

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

Items in this lesson

 Les 3 Spierstelsel
                             
                              Module 5 Gezichtsmassage 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Herhalen beenderen 

Nieuwe lesstof
- Spierstelsel
- Spieren decolleté, achterhoofd en hals
- Huidaandoeningen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • De student kent de spierbevestiging              -vormen, -functies  en -werking.
  • De student kent de spieren uit de spieren     uit de decolleté, achterhoofd en hals.
  • De student kent de huidaandoeningen veroorzaakt door micro-organismen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling beenderen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de functies
van je schedel?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Functies schedel 
  • Bescherming van de hersenen en evenwichtsorgaan.
  • Bescherming en ondersteuning van neus, mond, keel en luchtpijp.
  • Bepaalt vorm van het hoofd.
  • Aanhechtingsplaatsen voor spieren.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe zijn de schedelbotten met elkaar verbonden?
A
naadverbindingen
B
vergroeiingen
C
kraakbeen
D
gewricht

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het binnenste deel van je bot?
A
compact botweefsel
B
sponsachtig botweefsel
C
beenvlies

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor soort botten zijn de beenderen van de schedel?
A
platte beenderen
B
pijpbeenderen
C
onregelmatige beenderen
D
sesambeenderen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Schema hersenschedel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Uitleg spierstelsel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Spieren decolleté, achterhoofd & hals

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Mimische spieren en skeletspieren hebben allemaal een andere verloop, oorsprong en aanhechting. De oorsprong en aanhechting bepalen het verloop van de spier en de werking van de spier.
Bij het samentrekken van een spier beweegt de aanhechting in de richting van de oorsprong

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Spierbevestiging
Een skeletspier heeft altijd een:

  • Oorsprong / spierhoofd = origo

  • Aanhechting = Insertio 



Slide 16 - Slide

Het begin van een spier noem je de spieroorsprong of origo. Deze zit vaak aan een bot dat je niet kunt bewegen. Het einde van een spier noem je de spieraanhechting of insertio. Deze zit aan een meer beweeglijk bot. Een spier is vaak weinig tot niet beweeglijk op de plek van de oorsprong en aanhechting. Deze plaatsen bestaan namelijk uit vast bindweefsel: de pezen.
Brede halsspier
O: Sleutelbeen, ribben en schoudertop

A: Kaakrand en wangen

W:
- Trekt halshuid omhoog en mondhoeken omlaag
- Horizontale rimpels in hals



Slide 17 - Slide

Platysma
Borstbeen – sleutelbeen - tepelspier
O: Borstbeen en sleutelbeen

A: Slaapbeen

W:
- Hoofd naar voren en opzij
- Hulpspier inademing



Slide 18 - Slide

Musculus sternocleidomastoideus
Twee hoofdige spier, 2 oorsprongplaatsen (borstebeen en sleutelbeen)

Tweebuikige onderkaakspier
O: Slaapbeen (tepelvormig uitsteeksel)
  
A: Onderkaak via tongbeen

W: Opent onderkaak en trekt tongbeen naar achteren

Antagonist: slaapkauwspier en wangkauwspier (sluiten de kaak)


Slide 19 - Slide

Musculus diagstricus

Achterhoofdspier
O: Achterhoofdbeen 

A: Schedelpeesblad

W:
- Trekt schedelpeesblad naar achteren en strijkt rimpels glad. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Maak

MODTH M5 
Opdracht Spieren

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Huidaandoeningen door micro-organismen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hordeolum - strontje
Oorzaak: bacterie

Etterige ontsteking van de talgklieren bij de oogharen. 



Slide 23 - Slide

Etterige ontsteking van de smeerklieren van de oogharen.
Meestal door stafylococcen.

Cheilitis - lipontsteking
Oorzaak: bacterieel of allergie

Ontsteking van de lippen.

Allergische reactie op o.a. tandpasta en rode kleurstof in lipsticks. 

Slide 24 - Slide

Een lipontsteking kan ontstaan als gevolg van een allergische reactie op bijv. tandpasta of lipstick.
Hierdoor zwellen de lippen en kunnen ze openspringen.

Angulus infectiosus
Mondhoekontsteking
Kloofjes, vlekjes en korstjes aan de mondhoek

Kinderen -> bacteriën
Volwassenen -> schimmels

Slide 25 - Slide

Bij deze aandoening zie je kloofjes, vlekjes en korstjes aan de mondhoeken.

Herpes labialis - koortslip
Oorzaak: viraal 

Besmettelijk 

Kiss of death -> baby’s

Voorkomen door: 
  • goede weerstand, voeding, beweging, nachtrust en SPF 30 tegen UV stralen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Opdracht 
Ga naar opdrachten in teams 

MODTH M5 Opdracht Forms
Spieren en huidaandoeningen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Waar is het rotsbeen een onderdeel van?
A
wiggenbeen
B
slaapbeen
C
zeefbeen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welk beenstuk vormt de bodem van de oogkas?
A
Bovenkaak
B
voorhoofdsbeen
C
slaapbeen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het grootste botstuk van het aangezichtsschedel?
A
Slaapbeen
B
Onderkaak
C
Jukbeen
D
Bovenkaak

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Waar horen de mechanische effecten van de massage bij?
A
Directe effecten
B
Indirecte effecten
C
Secundaire effecten
D
Reflectorische effecten

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de massage zie je een vlekkerige
roodheid ontstaan.
Welk weefselhormoon zorgt voor deze roodheid?
A
Acetylcholine
B
Histamine

Slide 33 - Quiz

Histamine zorgt voor een vlekkerige roodheid. 
Acetylcholine zorgt voor een egale roodheid. 
Waar richt een klassieke massage zich vooral op?
A
De gevoeligheid van de huid
B
Verbetering van de huidfuncties
C
Hydratatie van de huid
D
Het voeden van de huid

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Het loslaten van dode opperhuidcellen behoort tot de primaire / directe effecten van een massage?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Het vrijkomen van de weefselhormonen acetylcholine en histamine behoren tot het indirecte biochemische effect van een massage?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is er vandaag duidelijk uitgelegd voor jou?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Hoe kijk je terug op de les van vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

This item has no instructions