2.6 voorbehoedsmiddelen

Voortplanting
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voortplanting

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

-Herhalen
-Uitleg basisstof 2.6 
-Huiswerk maken 


Slide 2 - Slide

Zaadbal
Zaadleider
Bijbal
Blaas
Zwellichaam
Prostaat
Urinebuis

Slide 3 - Drag question


De bijbal
A
produceert zaadcellen
B
produceert vocht
C
produceert sperma
D
slaat zaadcellen op

Slide 4 - Quiz

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 5 - Quiz


Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 6 - Quiz

De urinebuis vervoert
A
urine en sperma
B
alleen urine
C
alleen sperma
D
bloed

Slide 7 - Quiz

Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de vrouw maakt geslachtshormonen?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Eierstok
D
Clitoris

Slide 8 - Quiz

In dit onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan vindt innesteling plaats
A
vagina
B
baarmoedermond
C
baarmoederslijmvlies
D
eileider

Slide 9 - Quiz

In welk deel van de vrouwelijke geslachtsorganen ontmoet de eicel de zaadcellen?
A
Eierstok
B
Vagina
C
Eileider
D
Baarmoeder

Slide 10 - Quiz

Welke geslachtskenmerken ontwikkelen zich tijdens de puberteit?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 11 - Quiz

Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting
B
Eerste verschijnselen van de bevalling
C
Samentrekkingen van de baarmoederwand
D
Baby's die verkeerd om in de buik liggen

Slide 12 - Quiz

Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 13 - Drag question

Periodieke othouding
A
Zeer betrouwbaar
B
Een beetje betrouwbaar
C
Niet betrouwbaar

Slide 14 - Quiz

De geslachtsgemeenschap onderbeken (voor het zingen de kerk uit)
A
Zeer betrouwbaar
B
Een beetje betrouwbaar
C
Niet betrouwbaar

Slide 15 - Quiz

Lesdoelen
-Ik kan de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet



Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 16 - Slide

Voorbehoedsmiddelen
=anticonceptiemiddelen

Geboorteregeling =
Voorkomen zwangerschap


Slide 17 - Slide

Voorbehoedsmiddelen

Slide 18 - Slide

Hormonen
1.Voorkomen dat een eicel rijpt --> er is geen eisprong
2.Maken de baarmoederhals minder doorlaatbaar voor zaadcellen
3.Ze houden het baarmoederslijmvlies dun, zodat een bevruchte eicel dan niet kan nestelen

Slide 19 - Slide

Het condoom

Slide 20 - Slide

De Pil

Hormonen voorkomen dat er een eisprong plaatsvindt.

Huisarts schrijft de Pil voor, daarna herhaalrecept bij de apotheek

De pil beschermt niet tegen een SOA

Slide 21 - Slide

Het spiraaltje
Het wordt door een arts in de baarmoeder geplaatst. Er zijn 2 soorten:
- koperspiraaltje: beschadigt de zaadcellen en voorkomt innesteling
- hormoonspiraaltje: geeft hormonen af; moet na 5 jaar vervangen worden

Slide 22 - Slide

Pessarium
rubberen koepeltje
de vrouw brengt het pessarium zelf in, over de baarmoedermond

is alleen betrouwbaar als het wordt ingesmeerd met zaaddodende pasta
Na de geslachtsgemeenschap moet het minstens 8 uur blijven zitten

Slide 23 - Slide

Andere voorbehoedsmiddelen
Hormoonpleister - op huid, geeft hormonen af
Hormoonstaafje - onder huid, geeft hormonen af; door dokter geplaatst
NuvaRing - in vagina geplaatst, geeft hormonen af. Na 3 weken nieuwe ring 
Prikpil - injectie (spuit) in arm, elke 3 maanden. Bevat hormonen; daarna lang geen eisprong (soms meer dan 2 jaar)

Slide 24 - Slide

Sterilisatie
Bij sterilisatie wordt je onvruchtbaar gemaakt met een operatie.

Sterilisatie kan zowel bij de man als bij de vrouw.

Slide 25 - Slide

Sterilisatie man
De arts onderbreekt de zaadleiders.

De aanmaak van zaadcellen gaat gewoon door. Een man krijgt nog wel een zaadlozing, maar het sperma bevat geen zaadcellen meer.

De zaadcellen worden afgebroken en opgenomen in het bloed.

Slide 26 - Slide

Sterilisatie vrouw
De arts onderbreekt de eileiders.

De rijping van de follikels en de eisprong gaat gewoon door.

De eicellen zijn alleen niet meer bereikbaar voor de zaadcellen.
De eicel sterft af en de resten worden opgenomen in het bloed.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Aan het (huis)werk
Lees blz. 141 t/m 150 
Maak basisstof 2.6 opdracht 1 t/m 9 (digitaal)
(Werkboek opdracht 2 + 6)

Klaar? 
-Maak test jezelf 2.1 t/m 2.5 en zorg dat alles groen is.
-Oefen met de linkjes







Slide 29 - Slide