This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Oefenen stof M1.1
Examen Management-Financieel
Slide 1 - Slide
Financiele Kengetallen
- Kan uitleggen wat liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit inhoud.
- Kan liquiditeit berekenen aan de hand van current, cash en quick ratio.
- Kan solvabiliteit berekenen op basis van solvabiliteitsgraad, solvabiliteitspercentage en deb-ratio.
- Kan rentabiliteit berekenen op basis van REV, RVV, RTV.
- Kan (aan de hand van current, cash en quickratio) uitleggen hoe de uitkomsten van de berekeningen verbeterd kunnen worden.
- Kan (aan de hand van current, cash en quickratio) uitleggen of de uitkomst van een berekening positief of negatief is voor een bedrijf.
- Kan aan de hand van uitkomsten van financiële kengetallen de financiële situatie beoordelen.
- Kent het begrip cashflow.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Joost heeft zijn financiën tegen het licht gehouden en heeft berekend dat hij € 95.000,- kan gebruiken om zijn leningen terug te betalen, maar ook om nieuwe aankopen (investeringen) te doen. Hoe noem je deze € 95.000,-?
A
Cashflow
B
Solvabiliteit
C
Liquiditeit
Slide 10 - Quiz
De cashflow is:
A
Winst
B
Winst voor belasting + afschrijvingen
C
Ontvangsten debiteuren + contante verkopen
D
Winst na belasting + afschrijvingen
Slide 11 - Quiz
Cash Flow
Cash Flow = nettowinst (na belasting) + Afschrijvingen
Dit is de liquiditeitspositie van de onderneming. Deze cashflow moet de onderneming in de vorm van liquiditeiten beschikbaar hebben. Dit noemen we ook wel de operationele kasstroom.
Slide 12 - Slide
Waarom kan een verliesgevend bedrijf toch een positieve cashflow hebben?
A
Doordat er al wel kosten zijn geweest, maar nog geen opbrengsten
B
Doordat er al wel ontvangsten zijn geweest, maar nog geen uitgaven
C
Doordat verlies en winst geheel losstaan van de cashflow
Slide 13 - Quiz
Rentabiliteit Totale vermogen RTV
A
Opbrengst eigen vermogen /door het gemiddeld eigen vermogen
B
Opbrengst eigen vermogen + de interest
C
Interestkosten gedeeld door het gemiddeld vreemd vermogen
D
Opbrengst eigen vermogen plus de interestkosten, gedeeld door het gemiddeld totale vermogen
Slide 14 - Quiz
Rentabiliteit
De rentabiliteit is een kengetal dat inzicht geeft in de opbrengsten van onderneming. Het woord heeft niets met rente, maar met rendement(resultaat) te maken.
Dus: Als je een euro investeert of op de bank zet, welk percentage verdien je er dan op in een jaar
Slide 15 - Slide
Rentabiliteit totale vermogen
Slide 16 - Slide
Rentabiliteit van het eigen vermogen
Slide 17 - Slide
Solvabiliteit
Slide 18 - Slide
Wat is solvabiliteit?
A
Een lening van familie of vrienden.
B
Het verschil tussen activa en passiva
C
Een lening van de bank waarbij de bank een onroerend goed als onderpand vraagt.
D
De verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen van een onderneming.
Slide 19 - Quiz
Wat geeft solvabiliteit aan?
timer
0:15
A
De mate waarin je in staat bent aan je kortlopende verplichtingen te voldoen
B
Of je in staat bent met je bezittigen je schulden af te lossen
C
Het geld wat je in kas hebt
D
De hoogte van je eigen vermogen
Slide 20 - Quiz
Solvabiliteit
Solvabiliteit
De mate waarin een bedrijf in staat is om schulden terug te betalen.
Formule Solvabiliteit
Eigen vermogen/totale vermogen
Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe beter de onderneming in staat is alle schulden te voldoen.