1. Kritisch denken

Kritische denkvaardigheden
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Kritische denkvaardigheden

Slide 1 - Slide

Kritische denkvaardigheden - Lesdoelen
Aan het einde van deze les hebben:
1. jullie geleerd wat kritisch denken  en zelfredzaamheid betekent
2. jullie geoefend met je eigen mening vormen en zelf kritische vragen stellen
3. jullie geleerd wat het verschil is tussen een mening en een feit
4. jullie zelf kritisch gezocht naar nepnieuws


Slide 2 - Slide

Kritische denkvaardigheden
Wat is kritisch denken?
"Kritisch denken is het proces om te komen tot een goed oordeel.
Dat onderdeel is onderbouwd met betrouwbare informatie."

Slide 3 - Slide

Kritisch denken betekent
A
de tijd nemen om over iets na te denken en dan te beslissen
B
kort nadenken zodat je kritiek kunt geven op de ander
C
goed doorvragen wat de ander bedoelt
D
bedenken hoe je het beste commentaar kunt geven

Slide 4 - Quiz

Een vaardigheid is
A
iets doen wat je een ander een hebt zien doen
B
een taak of activiteit die je goed kan
C
iets doen wat je leuk vindt
D
aardig gevonden worden

Slide 5 - Quiz

Betrouwbaar betekent
A
Iets wat je voor het eerst mee maakt en er goed uit ziet
B
iets of waar je op kunt bouwen en vertrouwen

Slide 6 - Quiz

Een mening hebben betekent
A
Je durft niet te zeggen wat je denkt
B
Je denkt dat je weet wat iets betekent
C
Iets wat je vindt, een standpunt
D
Je durft iets te zeggen

Slide 7 - Quiz

Het woord argument betekent
A
Een reden waarom je iets wel of niet vindt
B
Dat je achterdochtig bent
C
Een bewijs
D
Een soort discussie

Slide 8 - Quiz

Een bron is
A
Een plek waar je kunt uitrusten
B
Een plek waar je achtergrond informatie vandaan haalt
C
Een plaats waar water uit de grond komt
D
Een kunstmatige plek van water

Slide 9 - Quiz

Wat zie jij? Kijkt iedereen hetzelfde?

Slide 10 - Slide

Stelling: eens of oneens?

Slide 11 - Slide

Zelfredzaamheid betekent
A
Zelfverzekerd zijn
B
Je kunt de ander redden door te helpen
C
De ander volgen
D
Zelfstandig zijn zonder hulp van een ander

Slide 12 - Quiz

Zelfredzaamheid
Dat je voor jezelf kunt zorgen en je eigen problemen op kunt lossen.


In de maatschappij wordt een grote zelfredzaamheid van je verwacht.
Je moet steeds meer zelf organiseren en oplossen.

Herken jij dit ook op je leerwerkplek?


Slide 13 - Slide

Kritische denkvaardigheden

Je eigen mening wordt steeds belangrijker: 
  • wat is de juiste keuze
  • welke informatie is geschikt en betrouwbaar
  • wat vind je zelf belangrijk?

Slide 14 - Slide

Kritische denkvaardigheden
Een onderdeel van kritisch denken is je mening vormen.
>> je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn.

Het gaat erom een vraag of onderwerp eerst van verschillende kanten te bekijken en pas daarna tot een oordeel te komen.

Je mening is dus niet het meest interessant.
Hoe je tot die mening komt, is veel belangrijker. 

Slide 15 - Slide

Je mening bijstellen: 
Wie vindt dat lastig? 

Slide 16 - Slide

Vragen
1. Hebben de jongeren uit het filmpje kritisch nagedacht?
2. Reageer je wel eens op berichten? Waarom wel/niet?
3. Wat doe je als je het niet eens bent met een bericht?

Slide 17 - Slide

Redeneren
Als je iets beweert, dan zeg je dat het zo is.
Je moet dan ook zeggen waarom dat zo is: je moet een argument geven.

Een ander woord voor argument is reden.
Als je argumenten geeft voor een bewering, ben je aan het redeneren

Slide 18 - Slide

Hoe vorm je een mening?
Als je een mening wilt vormen, heb je betrouwbare informatie nodig.
Je kunt natuurlijk ook op die manier kijken of de mening die je al hebt wel klopt.

Je kunt dan je mening bijstellen.
Dat kan moeilijk zijn en vraagt daarom om openheid en lef.

Slide 19 - Slide

Opdracht
>> kijk naar het volgende filmpje.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Vragen (3)
1. Welke bron gebruikt deze mevrouw om haar mening te onderbouwen?
2. Hoe betrouwbaar is deze bron?

Slide 22 - Slide

De interviewer vroeg aan de vrouw wat ze van het nieuws vond dat alle buitenlandse jongeren van 16-20 jaar altijd in Nederland mogen komen.

Bedenk samen welke kritische vragen deze vrouw had kunnen stellen aan de interviewer in plaats van 

Slide 23 - Slide

3. Welke kritische vraag hebben jullie samen bedacht die deze vrouw had kunnen stellen?

Slide 24 - Open question

Feiten en meningen
Een mening is van iemand, iets persoonlijks
Je kunt deze niet controleren of checken.
Je kunt je mening wel veranderen, bijvoorbeeld als iemand met een goed argument komt.

Een feit is controleerbaar.
Je kunt dit bewijzen, maar je kunt een feit niet veranderen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Kritisch online: welke foto is waarheid?

Slide 27 - Slide

Nep nieuws
  • Heb jij weleens dingen gelezen of gehoord die ongeloofwaardig waren?
  • Heb jij zelf wel eens nepnieuws gedeeld?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Voorbeelden Kritische vragen
  • is dit waar?
  • waarom is dat zo?
  • is dit een feit of een mening?
  • zijn de feiten te controleren?
  • hoe komt iemand tot zijn conclusie?
  • waarom is dit belangrijk?
  • komt deze informatie van een betrouwbare bron?
  • wat zeggen andere bronnen hierover?

Slide 30 - Slide

Inleveropdracht: 
Zoek samen op internet naar een voorbeeld van nepnieuws en beantwoord de vragen. 
Lever de opdracht in via de 
mail van de docent.

Slide 31 - Slide

Kritische denkvaardigheden - Lesdoelen
Aan het einde van deze les hebben:
1. jullie geleerd wat kritisch denken  en zelfredzaamheid betekent
2. jullie geoefend met je eigen mening vormen en zelf kritische vragen stellen
3. jullie geleerd wat het verschil is tussen een mening en een feit
4. jullie zelf kritisch gezocht naar nepnieuws
5. jullie kritische toegepast op een zelf gevonden nepnieuws artikel


Slide 32 - Slide