-I can understand specific information in a magazine article.
- I know how to make the present perfect and when to use it.
Slide 3 - Slide
PRESENT PERFECT
Slide 4 - Slide
Wanneer Present Perfect?
De present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en het nu nog belangrijk of aan de gang is. Er is dus een link tussen toen en nu.
Slide 5 - Slide
Hoe maak je de Present Perfect?
Om de present perfect te maken gebruik je:
have / has + past participle (voltooid deelwoord).
De past participleheeft twee vormen.
1 Regelmatig: werkwoord + -ed.
2 Onregelmatig: 3e rijtje onregelmatige ww.
Slide 6 - Slide
Voorbeelden
I havewashedthe car. It is clean now.
We feel sick because we have eaten too much.
He has lost his keys. He can’t get into the house.
Slide 7 - Slide
We gebruiken de present perfect ook om aan te geven dat iets in het verleden is begonnen en het nu nog steeds zo is.
Slide 8 - Slide
Belangrijke tip!
TIP! The signal words that go with the present perfect can be memorised by the words: