3.4 Ruit en vlieger

Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, potlood, gum 

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

3.4 Ruit en vlieger

1. 1,2
2. 4,5
3. 3,5
4. 2,4

1. 1
2. 4
3. 2
4. 5

1. 3
2. 5
3. 4
4. 1

1. 4
2. 2
3. 1
4. 3

1. 1,2
2. 3,4
3. 2,4
4. 4,5

1. 1
2. 1
3. 3
4. 5

1. 1
2. 1
3. 3
4. 5

Welke eigenschappen heeft een ruit?

1. Gelijke zijden en symmetrie
2. Gelijke zijden en rechte hoeken
3. Rechte hoeken en symmetrie
4. Gelijke zijden

Welke eigenschappen heeft een vlieger?

1. Symmetrie
2. Twee aan twee gelijke zijden en symmetrie
3. Rechte hoeken en gelijke zijden
4. Twee gelijke zijden en symmetrie

Leerdoel:
ik ken de eigenschappen van een ruit

1. YES! 100%
2. Ja, maar ik wil nog oefenen
3. Nog maar net
4. Nee. Ik heb meer uitleg nodig.

Ik ken de eigenschappen van een vlieger.

1. ja
2. nee

De som van de hoeken van een vierhoek is

1. 90 graden
2. 360 graden
3. 180 graden
4. 80 graden

1. 360 graden
2. 90 graden
3. 113 graden
4. 100 graden

Bereken hoek Q in vierhoek PQRS?

1. 180 graden
2. 60 graden
3. 360 graden
4. 100 graden

Ik kan de hoeken in een vierhoek berekent

1. ja
2. nee

De vierhoek hiernaast heeft 3 hoeken
van 65 graden.
Hoe groot is de vierde hoek?

1. 180 - 3 x 65 = 115 graden
2. 360 - 65 - 65 = 230 graden
3. 360 - 3 x 65 = 165 graden
4. 360 - 65 -65 -65 = 100 graden

Hoe noem je dit vlakke figuur?

1. ruit
2. wiebertje
3. parallellogram
4. rechthoek

Eigenschappen van een parallellogram

1. Overstaande zijden even lang
2. Overstaande hoeken even groot
3. Overstaande zijden evenwijdig
4. Hoekensom is 180

1. A,C
2. A,B

1. 1
2. 2

1. B
2. A,C
3. A,B
4. C,B

Bereken hoek D

1. 55 graden
2. 200 graden

Ik ken eigenschappen een parallellogram

1. ja
2. nee

1. 90 graden
2. 85 graden
3. 180 graden

1. 140 graden
2. 120 graden

1. 140 graden
2. 120 graden
3. 40 graden
4. 25 graden

1. 3,2
2. 3,4,5
3. 1,5
4. 2,4

1. 2
2. 3
3. 1
4. 4

1. 2,4
2. 1,3
3. 1,2,4

1. 2,3
2. 3
3. 1
4. 4

1. 23 graden
2. 30 graden
3. 60 graden

1. 3
2. 4
3. 1
4. 2

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃