H3 - 1.4

Paragraaf 1.4
Migratie in de VS
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1.4
Migratie in de VS

Slide 1 - Slide

Aan het eind weet je...

  • wat de herkomstgebieden zijn van de vier grote bevolkingsgroepen in de VS
  • wat de oorzaken zijn van de enorme toename van de bevolkingsdiversiteit in de VS
  • wat de push- en pullfactoren zijn van de binnenlandse migratie
  • waarom het demografische zwaartepunt naar het zuidwesten verschuift



Slide 2 - Slide

Buitenlandse migratie (ander land)


  • Tot 1965: veel Europese immigranten naar de VS.
  • Na 1965: veel vluchtelingen (hispanics en Aziaten) naar VS.


Slide 3 - Slide

VS = mega multiculturele samenleving

Slide 4 - Slide

Waar wonen de immigranten?
  • Meesten in gateway-cities: New York, Florida, California, Texas.
  • Hispanics: gekomen als arbeidsmigrant > vaak gevestigd in zuidwesten VS (grotendeels Spaans).
  • Aziaten: kennismigranten (goed opgeleid) > vestigen in westen en grote steden.

Slide 5 - Slide

Slavernij
  • grote groep mensen die niet vrijwillig naar de VS kwamen, maar als slaven =  Afro-Amerikanen.

Na afschaffing slavernij > velen verhuisd naar industriesteden Chicago en Detroit (noorden). Ongelijkheid groot!

Slide 6 - Slide

Binnenlandse migratie in VS

Slide 7 - Slide

Binnenlandse migratie VS (2)
  • staten noordoosten =  negatief migratiesaldo (krimp).
  • staten zuiden/westen = positief migratiesaldo (sterke groei).

Demografisch zwaartepunt schuift naar zuidwesten (=punt waar vanaf alle kanten gezien evenveel mensen wonen).

Slide 8 - Slide

Snowbelt
  • noordoosten VS (strenge winters).  
  • oudste industriegebied (staalfabrieken, auto-industrie).

  • Zware industrie vernieuwd --> plaatsmaken voor kennisintensieve bedrijven + (financiele) dienstensector.

Slide 9 - Slide

Sunbelt (the sunny states)
  • zuiden + westen VS.  
  • Veel lichte industrie en dienstensector.
  • Footloose bedrijven = niet afhankelijk van locatie (of grondstoffen), dus kunnen zich overal vestigen.

Slide 10 - Slide

Sunbelt (2)
  • Technologische kenniscentra (tech hubs) =  hightechindustrie. (Bijv. Silicon Valley: Apple, Google, Amazon, etc.)

  • Goedkope arbeidskrachten (grens met Mexico): maquiladoras (fabrieken met assemblage).

Slide 11 - Slide

Hipsterstad Austin (Texas)

  • veel Millenials (20-35 jaar).
  •  Betaalbare huizen dichtbij het downtown.
  • Rommelig, maar leuker (foodtrucks, live cafés)

Slide 12 - Slide

Pensionado's in Florida

  • Pensioen in de zonnige staat > in The Villages.
    (compleet ingerichte dorpen voor 55+)
  • Overdag golfen, zwemmen, etc...

Slide 13 - Slide

Push- en Pullfactoren
Push = reden om weg te gaan (weggeduwd).
Oorlog, dictatuur, klimaat, weinig werk.

Pull = reden om ergens heen te gaan (aangetrokken).
Werk, beter klimaat, betere politieke/economische omstandigheden.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Maken...
Paragraaf 1.4 --> opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 8.

Slide 16 - Slide