Bedrijvende en lijdende vorm

Bedrijvende en lijdende vorm
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bedrijvende en lijdende vorm

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Na deze les 
  1. weet je wat een bedrijvende en lijdende zin is
  2. kan je bedrijvende zinnen in de lijdende zin zetten en daarbij rekening houden met de werkwoordstijden.

Slide 2 - Slide

Het verschil
  • Bedrijvend = actief: je (het onderwerp) doet iets
  • Lijdend = passief: je (het onderwerp) ondergaat iets

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Van bedrijvend naar lijdend: hoe werkt het?
  1. het lijdend voorwerp wordt het onderwerp
  2. het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die met door begint: een door-bepaling
  3. bij het werkwoordelijk gezegde wordt het hulpwerkwoord worden of zijn gebruikt

Slide 5 - Slide

Tek
ACTIEF
PASSIEF

Slide 6 - Slide

'Meer dan honderd miljoen mensen bekeken dit jaar de Super Bowl.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Quiz

'De Super Bowl werd dit jaar door meer dan honderd miljoen mensen bekeken.'

Wat voor zinsdeel is 'de Super Bowl'?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Quiz

Zet in de lijdende vorm:
'Mijn kat Maud heeft mijn bank kapot gekrabd.'

Slide 9 - Open question

Geef een voorbeeld van een zin in de lijdende vorm.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide