1 bk Unit 1: Reading

UNIT 1 Friends

Lesson 1: Reading 


1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsISK

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

UNIT 1 Friends

Lesson 1: Reading 


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat leer je vandaag?
  • Je leert de nieuwe woorden in zinnen gebruiken.
  • Je leert persoonlijke voornaamwoorden (I, you, he, she, it) en het werkwoord to be gebruiken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke woorden ken je al?
Denk aan kleding, eigenschappen of familieleden.

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Belangrijke woorden uit deze les:

  • often – vaak πŸ”„
  • wear – dragen πŸ‘•
  • like – leuk vinden ❀️
  • joke – grapje πŸ˜‚
  • the same – hetzelfde ➑️
  • cap – pet 🧒
  • straight – steil βž–
  • glasses – bril πŸ‘“


  • baking – bakken 🍰
  • cook – kok πŸ‘¨β€πŸ³πŸ‘©β€πŸ³
  • quiet – stil, rustig 🀫
  • everything – alles 🌍
  • story – verhaal πŸ“š
  • twins – tweeling πŸ‘―
  • clever – slim 🧠
Vraag
  • Welke woorden ken je al? 
  • Welke zijn nieuw voor je?

Slide 4 - Slide

Find out: Words 3.1 samen lezen
Persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord 'to be'
I am Neil. -   I’m Neil.
You are Kathy. -   You’re Kathy.
He is Brian. -  He’s Brian. 
She is Dana. -   She’s Dana. 
It is a book. - It’s a book. 
We are at school. -  We’re at school. 
You are β€“ You're
They are – They're

Schrijf op
Maak zelf een kort zinnetje met:
- You are (mv)
- They are
Schrijf ook de afgekorte vorm van het werkwoord 'to be' erachter.

Slide 5 - Slide

Find out: Words 3.1 samen lezen
Brian ___ sporty.
Vraag
Welke pronoun hoort bij Brian?
A
am
B
is
C
are

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kelly and Jane ___ twins.
Vraag
Welke pronoun hoort bij Kelly and Jane?
A
is
B
am
C
are

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Diana ___ a good cook.
Vraag
Welke pronoun hoort bij Diana?
A
is
B
am
C
are

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Personal Pronouns
I
You (ev)
She
We
You (mv)
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij (mv)
Ik
Jullie
Hij
Zij (ev)
Het

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Today:
(p.13 t/m 15)
  • Opdracht 7 t/m 13 alleen
  • Klaar? Controleer je werk met de nakijkklapper!

Slide 10 - Slide

Find out: Words 3.1 samen lezen
Geef een voorbeeldzin met een nieuw woord Γ©n to be.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Gebruik een persoonlijke voornaamwoord in een korte zin.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Online oefenen
Somtoday --> leermiddelen --> Engels --> 1bk 

Digitale leeromgeving 1bk  --> 1 Friends --> Lesson 1: Reading
 --> Practise more

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Homework



Learn:
Grammar: blz. 142
Words: Words 1.1 blz. 144






Slide 14 - Slide

This item has no instructions