Les 1 Werkwoordspelling 4-9-2023

Werkwoordspelling

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met je en heb je een fijne vakantie gehad?

Slide 2 - Open question

Filmverslag --> inleveren op dinsdag 26 mei

Samenvatting boek --> inleveren op maandag 8 juni

Slide 3 - Slide

Programma
Les 1 --> herhaling Nederlandse werkwoorden + uitleg Engelse werkwoorden
Aan het einde van de les --> een formatieve toets 
Les 2 --> Groep wordt verdeeld. De eerste groep krijgt een verlengde instructie, de tweede groep gaat verder met de Engelse werkwoorden. Keuzeopdrachten werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat hebben wij al geleerd?
- Persoonsvorm tegenwoordige tijd
- Persoonsvorm verleden tijd
- Voltooid deelwoord
- Tegenwoordig deelwoord

Slide 6 - Slide

persoonsvorm 
tegenwoordige tijd 
enkelvoud 
ik 
....jij/je
gebiedende wijs 
stam  
hij/zij/het
jij/je
namen
stam+t  
meervoud 
wij/we
zij 
jullie 
...
hele werkwoord  
Het hele werkwoord -en noemen we de stam. 
Meervoud van dingen telt ook als meervoud 
De honden lopen over straat. 
Alle planten hebben water gekregen. 
Alle stopcontacten zijn beveiligd. 
Een moeilijk woord voor hele werkwoord is infinitief 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Tegenwoordige tijd
- Jan besteedt zijn tijd altijd heel goed

Slide 9 - Slide

Mijn vader (worden) morgen vijftig jaar

Slide 10 - Open question

persoonsvorm 
verleden tijd  
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
enkelvoud
meervoud  
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden. 
Je moet ze onthouden. 
lopen - liepen 
slapen - sliepen 
geven - gaven 

+te
+de
+ten
+den
In de verleden tijd gebruik je het 't ex-kofschip 
om zeker te weten of je +te of +de moet schrijven. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De docent (starten) de les en (controleren) het huiswerk.

Slide 13 - Open question

voltooid deelwoord   
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
ge+stam+t/d
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden. 
Je moet ze onthouden. 

Zij hebben gelopen.
De kast is verkocht.
Dat hebben wij vermeden. 
Ik ben verrast. 

woorden met ver- her- ont- be- of -er krijgen geen ge- extra ervoor
Bij het voltooid deelwoord gebruik je het 't ex-kofschip 
om zeker te weten of je een t of een d moet schrijven. 
Vaak wordt het voorvoegsel ge- voor de stam van het werkwoord geplaatst en komt er een d of t achter. 
veel werkwoorden die beginnen met be-, er-, ge-, her-, ont- of ver-: bewonen - bewoond, erkennen - erkend, gebeuren - gebeurd, herinneren - herinnerd, ontdekken - ontdekt, verdelen - verdeeld
In een zin met een voltooid deelwoord 
is de persoonsvorm een hulpwerkwoord. 
Wij hebben de tas gevonden. 
Ik ben verrast. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Mijn ouders zijn (verhuizen) naar Zwolle.

Slide 16 - Open question

Tegenwoordig deelwoord
Eindigt altijd op een D

Giechelend komen de meiden het klaslokaal binnen.

Slide 17 - Slide

(Lachen) liep ik de trap af.

Slide 18 - Open question

Engelse werkwoorden 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Hij (downloaden, t.t.) het bestand.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
Wat? Maak de formatieve toets via google classroom
Hoe? Zelfstandig
Klaar? Druk op verzenden om het in te leveren en ga verder met het filmverslag/lezen in je boek

Kom aan het einde van de les terug om 11.45 uur!

Slide 23 - Slide

Les 2 Werkwoordspelling

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Programma
- Verdeling in twee groepen
- Groep 1 --> verlengde instructie
- Groep 2 --> zelfstandig aan de slag met keuzeopdrachten

Slide 26 - Slide

Zelfstandig werken
Wat? Ga naar de google classroom --> schoolwerk en open het oefenboek werkwoordspelling. (huiswerk voor maandag 25 mei)
Klaar? Lever het in als je klaar bent en maak de exit ticket en lever die ook in!

Kom om 11.45 weer terug in de meet!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Vandaag (rijden) mevrouw Melis met de auto naar school

Slide 33 - Open question

We (besteden) hier te weinig aandacht aan

Slide 34 - Open question

Bij de herkansing had Laila haar cijfer zelfs (verdubbelen)

Slide 35 - Open question

Zelfstandig werken
Wat? Ga naar de google classroom --> schoolwerk en open het oefenboek werkwoordspelling. (huiswerk voor maandag 25 mei)
Klaar? Lever het in als je klaar bent en lever de exit ticket in. 

Slide 36 - Slide