This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Werkwoordspelling
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Toets werkwoordspelling
persoonsvorm *
onderwerp*
samengestelde zinnen *
infinitief *
voltooid/onvoltooide deelwoorden *
voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord *
tegenwoordige/verleden tijd zwakke/sterke werkwoorden *
Engelse werkwoorden *
Gebiedende wijs *
Slide 4 - Slide
Vorige lessen
Persoonvorm t.t en v.t.
Zwakke en sterke werkwoorden
Voltooid- en onvoltooide deelwoord
Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
Onderwerp
Gebiedende wijs
Slide 5 - Slide
Vandaag in de les
In de les herhalen we de stof van de afgelopen weken.
Maken we een kleine oefentoets (op papier).
Is er de mogelijkheid om extra uitleg te krijgen in een kleine groep.
Slide 6 - Slide
Opdracht
Op de volgende slides zie je de uitlegvideo's uit de vorige lessen. Kijk en luister goed. Maak ook steeds de oefenopdrachten. Doe je oortjes dus in.
Klaar? Vraag jezelf dan goed af welke stof jij nog lastig vindt.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
0
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Maar bij sommige records stagneren* de ontwikkeling. (TT)
Slide 13 - Open question
Het wereldrecord op deze afstand liggen* dus eigenlijk vast; hoogstens evenaren* een sprinter het. (TT)
Slide 14 - Open question
De 4-WeelDrive houden* goed het spoor. (TT)
Slide 15 - Open question
De cycloon verwoesten* alles wat op zijn weg lag. (VT)
Slide 16 - Open question
22. Mijn oom verblijden ons met een nieuwe radio. (VT)
Slide 17 - Open question
Hebben u haar na al die jaren onmiddellijk herkennen?
Slide 18 - Open question
De vrouw (verhuizen) een week nadat het was (gebeuren).
A
Verhuiste, gebeurt
B
Verhuiste, gebeurd
C
Verhuisde, gebeurt
D
Verhuisde, gebeurd
Slide 19 - Quiz
Het (gebeuren) niet vaak dat een dokter zelf (bloeden).
A
Gebeurt, bloed
B
Gebeurt, bloedt
C
Gebeurd, bloedt
D
Gebeurd, bloed
Slide 20 - Quiz
Marie viel stikkend van het lachen van haar stoel. 'stikkend'=
A
voltooid deelwoord
B
onvoltooid deelwoord
Slide 21 - Quiz
De kinderen hebben (spelen) in de tuin.
Slide 22 - Open question
Wij zijn naar het museum (gaan) om kunstwerken te bekijken.
Slide 23 - Open question
Terwijl de zon langzaam onder de horizon ____ (zakken), ________ (zitten) wij gezellig bij het kampvuur en ________ (genieten) wij van de warmte.
Slide 24 - Open question
Nadat de kok het smakelijke diner ________ (bereiden), ________ (genieten) de gasten van een heerlijke maaltijd en ________ (complimenteren) zij de culinaire vaardigheden van de kok.
Slide 25 - Open question
Op het podium ________ (spelen) de band al hun bekende hits, terwijl het publiek uitbundig ________ (juichen) en ________ (dansen) op de maat van de muziek.