week 22

Wat gaan we doen? 
  • Spreekwoord
  • Lesdoel
  •  Uitleg: zoeken in het woordenboek
  • Aan de slag
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen? 
  • Spreekwoord
  • Lesdoel
  •  Uitleg: zoeken in het woordenboek
  • Aan de slag

Slide 1 - Slide

Juffrouw Eenarm

Slide 2 - Slide

Wat betekent: Juffrouw Eenarm?

Slide 3 - Open question

Juffrouw Eenarm
De kraan/pomp.

Slide 4 - Slide

Lesdoel
Je kunt de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 

Slide 5 - Slide

Er zijn vijf manieren om achter de betekenis van een woord te komen. Welke ken je?

Slide 6 - Mind map

Woordraadstrategieën
  1. Een omschrijving zoeken
  2. Een tegenstelling zoeken
  3. Een bekend woorddeel zoeken
  4. Een synoniem zoeken
  5. Een voorbeeld zoeken 
  6. Zoeken in een woordenboek

Slide 7 - Slide

Zoek in het woordenboek naar een woordbetekenis...
- het hele werkwoord;
- het enkelvoud van het woord;
- de korte vorm van het woord;
- een deel van de samenstelling

(blz. 154)

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Wat? Opdracht 1, 2 en 3 maken. 
Hoe? Eerst 4 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen. Je mag muziek luisteren (scherm op de kop op tafel).
Hulp: De docent.
Doel: Je kunt de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
Tijd: 20 min.
Klaar? Verder met opdracht 4, 5 en 6 (huiswerk voor morgen)
timer
4:00

Slide 9 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Nieuwsartikel: 'Water nog veel te koud om in te zwemmen'
  • Spreekwoord
  • Toetsstof bespreken
  • Lesdoel
  •  Aan de slag

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 12 - Open question

Waaraan kun je herkennen dat het slot begint?

Slide 13 - Open question

Aan de veren kent men de vogel.

Slide 14 - Slide

Wat betekent: Aan de veren kent met de vogel?

Slide 15 - Open question

Aan de veren kent men de vogel.

Je kunt aan iemands uiterlijk al zien met wat voor iemand je te maken hebt.

Slide 16 - Slide

Toetsstof Leesvaardigheid & Woordenschat
Dit moet je kennen:
- H4 Lezen: Inleiding, middenstuk & slot (blz. 90)
- H5 Lezen: Het doel van een tekst (blz. 116)
- H6 Lezen: Tekst en afbeeldingen (blz. 142)
- H4 Woordenschat: Een tegenstelling zoeken (blz. 102)
- H5 Woordenschat: Een bekend woorddeel zoeken (blz. 128)
- H6  Woordenschat: Zoeken in het woordenboek (blz. 154)


Slide 17 - Slide

Voorbeeldvraag
- Noteer de betekenis van de onderstreepte woorden. De betekenis kun je uit de tekst afleiden.
- Noteer de betekenis van onderstaande woorden. 

Slide 18 - Slide

Toetsstof Leesvaardigheid en Woordenschat

Dit hoef je niet te kennen:
- De betekenis van alle woorden van woordenschat

Slide 19 - Slide

Lesdoel
Je kunt de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Wat? Opdracht 4, 5 en 6 maken. 
Hoe? Eerst 4 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen. Je mag muziek luisteren (scherm op de kop op tafel).
Hulp: De docent.
Doel: Je kunt de betekenis van een onbekend woord opzoeken in een woordenboek. 
Tijd: 20 min.
Klaar? Nakijken (kijk op Its voor het antwoordblad). Verder met huiswerk voor een ander vak.
timer
4:00

Slide 21 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Spreekwoord
  • Quiz H4-H6 lezen en woordenschat
  •  Leren voor de toets

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Leren voor de toets
Wat? Maak een woordweb van de toetsstof.
Hoe? In je eentje. Eerst 4 min. in stilte, dan mag je zachtjes overleggen.
Hulp: Het boek.
Tijd: 15 min.
Doel: Je kent de stof van woordenschat en lezen H4-H5-H6
Klaar? Bezig met je presentatie of voor een ander vak.

Slide 24 - Slide