3.7 Grammatica les 2

3.7 Grammatica Zinsdelen les 2
Klascode

trofi

H3: Gelijk heb je
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.7 Grammatica Zinsdelen les 2
Klascode

trofi

H3: Gelijk heb je

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- De samengestelde zin in onderschikking.
- De beknopte bijzin
Klascode trofi

Slide 2 - Slide

Woord van de week

Erudiet

Slide 3 - Slide

Start les. 
Nieuw boek:


Een D-boek (Young adult) óf een volwassen boek. 

In combinatie met de andere boeken:
  • Één vertaling
  • Één novelle


timer
10:00

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Nog even samenvattend
Een beknopte bijzin is een bijzin waarin geen persoonsvorm en geen onderwerp geschreven staan, maar je kunt ze er wel bij bedenken.

Zin: met de bus opgehaald, kwam hij uiteindelijk toch nog thuis
Toen hij met de bus werd opgehaald, kwam hij uiteindelijk toch nog thuis.

Slide 6 - Slide

Wat valt je op aan deze zinnen?
1. Slapend met zijn oordopjes in, reed de bus weer verder.
2. Na lekker gewinkeld te hebben, sloten de deuren van het bedrijf om vijf uur.

Deze zinnen kloppen niet.
Dat komt omdat er een foutief beknopte bijzin in zit.

Slide 7 - Slide

Nog even samenvattend
Een beknopte bijzin (bijzin zonder pv en ond) kan op drie manieren bestaan:

1. Met een voltooid deelwoord:
Met de bus opgehaald, kwam hij uiteindelijk toch nog thuis.

2. Met een onvoltooid deelwoord:
Rennend over de gang, botste de jongen tegen de deur.

3. Met een te+initiatief:
Na drie uur gefietst te hebben, waren de wielrenners op hun bestemming

Slide 8 - Slide

Dan die foutieve bijzinnen
Het bijbedachte onderwerp in de beknopte bijzin, moet hetzelfde zijn als in de hoofdzin. Anders krijg je een foutieve beknopte bijzin.




Slide 9 - Slide

Dan die foutieve bijzinnen
Het bijbedachte onderwerp in de beknopte bijzin, moet hetzelfde zijn als in de hoofdzin. Anders krijg je een foutieve beknopte bijzin.

Voorbeeld: Vrolijk dansend, werden de aardappels geschild.
Beknopte bijzin = vrolijk dansend (want geen ond en pv)

Bedenk het onderwerp erbij: Terwijl de kok vrolijk dansend bewoog, werden de aardappels geschild.

Dan zie je dat het onderwerp in de beknopte bijzin (de kok) anders is dan in de hoofdzin (de aardappels).



Slide 10 - Slide

Wat is de beknopte bijzin in:
Vriendelijk lachend, komt Nathalie binnen.

Slide 11 - Open question

Wat is de beknopte bijzin in:

Mopperend begon mijn broertje aan het opruimen van zijn kamer.

Slide 12 - Open question

Wat is de beknopte bijzin in:

Dit gezegd hebbend, is het belangrijk te weten dat we hier uiteraard te maken hebben met generalisaties en stereotypen.

Slide 13 - Open question

Huiswerk

Opdrachten H3.7: 7,8,10
+ leesboek mee







timer
1:00

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
- De samengestelde zin in onderschikking.
- De beknopte bijzin
Klascode trofi

Slide 15 - Slide