Budgetteren

Budgetteren
Lesdoelen: 
Je weet hoe schulden ontstaan en maakt een eigen budgettering
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Budgetteren
Lesdoelen: 
Je weet hoe schulden ontstaan en maakt een eigen budgettering

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ga je goed met geld om?

Slide 2 - Open question

Als je minder uitgeeft dan je ontvangt aan geld.
Hoe kunnen schulden ontstaan?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Noem een nadeel van het hebben van schulden.

Slide 4 - Open question

Vervelend gevoel.
Problemen. 
De volgende maand minder of geen geld hebben
Één belangrijke regel als het om geld gaat:
Je kunt je geld maar één keer uitgeven

Slide 5 - Slide

Omgaan met geld gaat over de manier waarop je je geld uitgeeft. Als je er voor kiest om naar de mcDonalds te gaan, kan je van dat geld geen t-shirt meer kopen. 

Wie heeft wel eens geld uitgegeven waarvan die achteraf dacht: ik had dat geld liever aan iets anders willen besteden?
Inkomsten
Werk
Zakgeld/ kleedgeld 
Toeslagen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitgaven
Vaste maandelijkse uitgaven
Niet vaste maandelijkse uitgaven
Incidentele uitgaven

Slide 7 - Slide

Vaste maandelijkse uitgaven - kosten die steeds weer (iedere maand) terugkomen: denk aan zorgverzekering, huur, kostgeld
niet vaste maandelijkse uitgaven - uitgaven die je maandelijks hebt, maar die kunnen wisselen in bedrag. 
Incidentele uitgaven - uitgaven die je soms doet: denk aan het kopen van een broek, maar cadeaus voor een feestje
Budgetteren

Je inkomsten en uitgaven op een rijtje zetten:
  • Hoeveel
  • Wanneer


Slide 8 - Slide

- Hoeveel geld je krijgt en hoeveel je moet betalen
- wanneer je geld krijgt en wanneer je moet betalen

Zodat je weet wanneer je geld over hebt. 


Budgetteren

Slide 9 - Slide

Stel, Isa is 18 jaar en heeft de volgende inkomsten en uitgaven:

Bedrag inkomsten en uitgaven
Datum inkomsten en uitgaven

Waarom zou de dag van de maand relevant zijn? 

Budgetteren

Slide 10 - Slide

Het links is een overzicht van vaste inkomsten en uitgaven van Isa. 

Als je naar het rechtse stukje kijkt, zie waarom het belangrijk is om inzichtelijk te hebben wanneer je inkomsten en uitgaven zijn. 
Isa denkt op 5-2: ik ga kleren kopen voor 150€ want er staat nog €154 op. Dan komt ze dus geld te kort voor het betalen van je sport. 
Ook op 27-2 denkt Isa ik ga uit eten en nog meer kleren kopen. door €200 op te maken, komt ze meer geld te kort om haar vaste uitgaven te betalen.

Wie heeft dit ook wel eens gehad? Hoe was dat voor je? Hoe heb je het opgelost?
Aan de slag!

Ga voor jezelf de informatie invullen in het werkblad.

Slide 11 - Slide

20 min denken
10 min delen
10 min nabespreken

Opdracht 2 


huur – lening – boodschappen – vrije tijd – brandstofkosten – kleding – medische kosten – onvoorziene kosten – verzekeringen – TV en internet – water, gas en elektriciteit – schoolrekening – garagekosten – vakantie – maandelijks sparen – cadeautjes   

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Budgetteren
Lesdoelen: 
Je weet hoe schulden ontstaan en maakt een eigen budgettering.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe kunnen schulden ontstaan?

Slide 14 - Open question

Door meer geld uit te geven dan je eigenlijk hebt. 
Of door geld uit te geven die je eigenlijk moet reserveren voor vaste lasten.
Hoe vaak kan je je geld uitgeven?
A
2 keer
B
1 keer
C
3 keer
D
nooit

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is budgetteren?
A
een budget hebben
B
Je uitgaven op een rijtje
C
Je inkomsten en uitgaven op een rijtje
D
Je inkomsten op een rijtje

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions