This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Afspraken online lessen
Slide 1 - Slide
Dit heb je nodig:
Open je boek op blz. 152
Pak je pen en rekenmachine
Open je schrift bij de opdrachten van 6.1
Slide 2 - Slide
Wat gaan wij deze les doen?
Herhalen paragraaf 6.1 door middel van:
- Interactieve vragen
- Opdrachten uit het boek (+ nakijken)
Slide 3 - Slide
Wat is het verschil tussen import en export?
Slide 4 - Open question
Import/invoer
Welke producten komen er allemaal uit het buitenland?
Import zorgt voor:
Beschikking over goederen die we niet zelf kunnen produceren
Export/uitvoer
Wat kun je in het buitenland aan Nederlandse producten kopen?
Export zorgt voor:
Werkgelegenheid en inkomen in Nederland
Buitenlandse valuta
Slide 5 - Slide
Hoe wordt het invoeren en daarna weer uitvoeren van producten genoemd?
Slide 6 - Open question
NL heeft een nationaal inkomen van €750 miljard. Totale invoer is €445 miljard. Totale uitvoer is € 575. Wat is importquote? (zie blz. 153)
A
€333.750
B
€431.250
C
59,4%
D
76,7%
Slide 7 - Quiz
Import of export? "Action" koopt producten uit China
A
Import
B
Export
Slide 8 - Quiz
Import of export? Ik ben op vakantie in Frankrijk
A
Import
B
Export
Slide 9 - Quiz
Wanneer heeft een land een open economie?
A
weinig import en veel export
B
weinig import en weinig export
C
veel import en weinig export
D
veel import en veel export
Slide 10 - Quiz
Welke multinationals ken jij?
Slide 11 - Mind map
De EU en multinationals
De EU trekt als handelsblok multinationals aan. Multinationals kiezen in Europa de meest geschikte locaties om zich te vestigen (landen met goedopgeleide maar goedkope werknemers). Ook op wereldniveau bestaat een internationale arbeidsverdeling.
Multinationals: bedrijven met vestigingen in veel landen.
Internationale arbeidsverdeling: ieder land produceert goederen en diensten waar het het best of goedkoopst is.
Slide 12 - Slide
Geef de betekenis van interne markt.
Slide 13 - Open question
De Europese Unie
Een belangrijk doel van de EU is dat alle lidstaten op economisch gebied samenwerken.
De EU heeft een interne markt: voor de handel zijn alle grenzen tussen de lidstaten vervallen.
Slide 14 - Slide
Voordelen EU Europese bedrijven
De landen van de EU vormen economisch gezien op deze manier een grote interne markt waar vrij gehandeld mag worden.
Voordelen:
- geen belemmeringen aan de grens
- grote afzetmarkt → grote productie → schaalvoordelen → lagere
verkoopprijzen → Europese bedrijven kunnen de concurrentie met
sterke bedrijven uit de VS en Azië beter aan.
Slide 15 - Slide
Kenmerken Europese unie
Slide 16 - Mind map
Afspraken binnen de EU
Vrij verkeer van goederen en diensten (geen invoerrechten, geen subsidies)
Vrij verkeer van arbeid en kapitaal:
- werknemers mogen in een ander land gaan werken
- burgers mogen hun geld op een buitenlandse rekening zetten
- bedrijven mogen in een ander land investeren
Slide 17 - Slide
Bij de Europese Monetaire Unie (EMU-landen) horen alle landen die
A
de euro gebruiken
B
die geen euro gebruiken
Slide 18 - Quiz
Wat zijn voordelen voor EMU-landen?
Slide 19 - Open question
Europese Monetaire Unie (EMU)
Een aantal lidstaten hebben een gezamenlijke munteenheid, namelijk de euro. Met dezelfde munt verloopt de onderlinge handel tussen EMU-landen makkelijker:
- Prijzen zijn makkelijk met elkaar te
vergelijken
- Geen wisselkoersen van valuta’s
Slide 20 - Slide
Het beschermen van Europese bedrijven (goederen en diensten) tegen bedrijven buiten de EU noemen wij..
A
Protectiemaatregelen
B
Invoerrechten
C
Interne markt
D
Subsidies
Slide 21 - Quiz
De EU binnen de wereld- economie
De EU stimuleert de vrije handel binnen haar grenzen, maar ten opzichte van de rest van de wereld is dat minder het geval. Protectie d.m.v. invoerrechten en exportsubsidies
Slide 22 - Slide
Een handelsbedrijf X importeert spijkerbroeken vanuit de Verenigde Staten (VS) naar de Europese Unie (EU). Tussen de VS en de EU is geen sprake van volledig vrije handel. De handel wordt op verschillende manieren bemoeilijkt. De producent in de VS die spijkerbroeken aan handelsbedrijf X levert, heeft daar last van.
De EU beschermt haar eigen economie door invoerrechten te heffen op importproducten, ook op de spijkerbroeken die handelsbedrijf X importeert.
Op welke manier beschermen invoerrechten de producenten van spijkerbroeken in de EU?
A
De Amerikaanse spijkerbroeken worden hierdoor in de EU duurder
B
De Amerikaanse spijkerbroeken worden hierdoor in de EU goedkoper
C
Spijkerbroeken uit EU worden hierdoor in de VS duurder
D
Spijkerbroeken uit EU worden hierdoor in de VS goedkoper