Stel bijvoorbeeld dat de doos een massa heeft van 5,2 kg.
Voor de zwaartekracht op de doos geldt dan:
FZ = m ⋅ g = 5,2 kg⋅9,8 N/kg = 51N
Om de doos op te tillen, moet de (gemiddelde) spierkracht ook 51 N zijn.
Als de doos 1,2 m omhoog getild wordt, bedraagt de benodigde arbeid:
W = FSPIER ⋅ h = 51N⋅1,2 m = 61J
Deze arbeid had als volgt in één keer uitgerekend kunnen worden.
W = m ⋅ g ⋅ h = 5,2 kg ⋅ 9,8 N/kg ⋅1,2m = 61J.