1.1 Rivieren: kenmerken

1.1 Rivieren: kenmerken
1 / 28
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1.1 Rivieren: kenmerken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De loop van een rivier
  • Hoofdrivieren + zijrivieren = stroomstelsel
  • Gebied waarin een hoofdrivier al het water naar zee afvoert = stroomgebied
  • Scheiding tussen twee stroomgebieden = waterscheiding

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
  • Stroomgebied: Gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar zee stroomt.
  • Stroomstelsel: Een rivier met al zijn zijrivieren.
Waterscheiding

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Lengteprofiel van een rivier
Let op!
Bekijk deze afbeelding goed! Neem de begrippen in je op en luister naar de uitleg. Zometeen volgt de tekenopdracht!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Debiet & Regiem
  • De waterafvoer verschilt per rivier en is niet het hele jaar door hetzelfde.
  • Verschillen in de waterafvoer per jaar = regiem.
  • De hoeveelheid water op een bepaalt punt per seconde = debiet.


Regiem is altijd regelmatig of onregelmatig (en nooit meer/minder, hoog/laag)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Debiet en Regiem
Leg de begrippen Regiem en Debiet uit. Schrijf deze op in de schrift.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is het gevolg voor het debiet van de Nederlandse rivieren?

Slide 13 - Open question

Debiet wordt groter.
Wat is het gevolg voor het regiem van de Nederlandse rivieren?

Slide 14 - Open question

Het regiem wordt onregelmatiger.

Verval & Verhang
  • Verval = hoogteverschil tussen twee plekken langs een rivier.
  • Verhang = het verval per km.


  • Welk verband kun je ontdekken tussen verval en stroomsnelheid?


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verval en verhang

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verval tussen Lobith en de monding?

Slide 18 - Open question

14 meter
Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verhang?

Slide 19 - Open question

14 m : 175 km = 8 cm per km

Verstedelijking
Verstening: toename hoeveelheid oppervlakte straten en wegen

Vertragingstijd: hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verband tussen deze verstening en de vertragingstijd?

Slide 21 - Open question

Het water van een regenbui heeft steeds minder tijd nodig om in de rivier terecht te komen.

Maak de volgende zin af: Hoe groter de verstedelijking, ….

Slide 22 - Open question

hoe korter de vertragingstijd.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak nu eerst opdracht 2,3 en 4 in je boek. 


We bespreken deze zo na!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions