This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
Voor deze les heb je nodig:
Laptop (met teams) + telefoon
Boek H3.2
Binas
rekenmachine
schrift voor aantekeningen
Slide 1 - Slide
Er zit 3,00 mol gas in de cilinder. De zuiger (oranje) wordt ingedrukt zodat het volume 75% kleiner wordt.
Hoeveel mol gas moet er uit het ventiel (groen) worden gelaten om de druk constant de houden?
A
2,00 mol
B
0,75 mol
C
2,25 mol
D
Dat is niet te berekenen
Slide 2 - Quiz
Bij deze vraag gebruikte we de wet van ....
A
Boyle
B
Gay-Lussac
C
Wet zonder naam
D
Algemene gaswet
Slide 3 - Quiz
De gasconstante R = .............. J / (K*mol) (alleen het getal)
Slide 4 - Open question
En heeft de eenheid .....
A
J * K / mol
B
K
C
Ohm
D
J / (K * mol)
Slide 5 - Quiz
Twee identieke cilinders hebben een zuiger die wrijvingsloos op en neer kan bewegen. Eerst is de druk 2,3 bar en 20^oC. Vervolgens worden er massa's op de zuiger geplaatst en wordt de gassen verwarmd (tot aangegeven T). Welke cilinder bevat het grootste volume gas?
Twee identieke cilinders hebben een zuiger die wrijvingsloos op en neer kan bewegen. Eerst is de druk 2,3 bar en 20^oC.
Vervolgens worden er massa's op de zuiger geplaatst en wordt de gassen verwarmd (tot aangegeven T).
Welke cilinder bevat het grootste volume gas?
A
Cilinder C
B
Cilinder B
C
Ze zijn beiden even groot
D
Dat is niet te zeggen
Slide 6 - Quiz
Sleep cilinders in juiste volgorde van klein naar groot gasvolume, nadat de massa's zijn toegevoegd en de gassen zijn verwarmd
Volume het kleinste
Volume één na kleinste
Volume één na grootste
Volume het grootste
Slide 7 - Drag question
Een racefietsband bevat ongeveer 2,5 L lucht. De druk in de band is 6,5 bar hoger dan de buitendruk. De luchttemperatuur is 20^oC De massa van 1 mol lucht is 29 g.
Bereken hoeveel mol lucht er in deze band zit.
A
0,77mol
B
7,7⋅10−3mol
C
6,7⋅10−3mol
D
9,8mol
Slide 8 - Quiz
Een weerballon is een met helium gevulde dichtgeknoopte ballon die makkelijk groter kan worden. Het gas heeft op de grond een temperatuur van 24^oC en een druk van 1,02*10^5 Pa. Het volume is 8,0m^3. Op grote hoogte daalt de temperatuur tot -12^oC en de druk tot 0,50*10^5 Pa. Bereken het volume op deze hoogte.
Slide 9 - Open question
Dit was paragraaf 3.2
Nu gaan we naar 3.3 over naar warmte-energie en warmtetransport
HW:
- Lezen theorie 3.3 op p 102-110 boek
- Maken de test op de ELO H3.3 begripsontwikkeling