spelling

Getallen
Maar erg weinig leerlingen hebben de opdrachten digitaal gemaakt, dus de komende opdrachten zijn opdracht 1 t/m 6 uit het boek, blz 103-104
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Getallen
Maar erg weinig leerlingen hebben de opdrachten digitaal gemaakt, dus de komende opdrachten zijn opdracht 1 t/m 6 uit het boek, blz 103-104

Slide 1 - Slide

Opdracht 1

Slide 2 - Slide

501
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

tienduizend
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

acht april
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

verbeter acht april

Slide 6 - Open question

tweeënhalf
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

verbeter twee-enhalf

Slide 8 - Open question

achttien procent
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

verbeter achttien procent

Slide 10 - Open question

eenenveertig miljoen
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

verbeter eenenveertig miljoen

Slide 12 - Open question

zes tiende
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

wanneer is zes tiende goed?

Slide 14 - Open question

wanneer is zes tiende fout?

Slide 15 - Open question

negen duizend
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz

verbeter negen duizend

Slide 17 - Open question

opdracht 2

Slide 18 - Slide

9 / negen januari
A
9
B
negen

Slide 19 - Quiz

19 / negentien nieuwjaarskaarten
A
19
B
negentien

Slide 20 - Quiz

3 / drie / 15.00 uur
A
3
B
drie
C
15.00

Slide 21 - Quiz

op nummer 8 / acht
A
8
B
acht

Slide 22 - Quiz

15 / vijftien euro
A
15
B
vijftien

Slide 23 - Quiz

4 / vier goede flessen wijn
A
4
B
vier

Slide 24 - Quiz

3 / drie broertjes
A
3
B
drie

Slide 25 - Quiz

2 / twee zusjes
A
2
B
twee

Slide 26 - Quiz

18 / achttien kilometer
A
18
B
achttien

Slide 27 - Quiz

5 / vijf uur
A
5
B
vijf

Slide 28 - Quiz

van 15 / vijftien naar 24 / vierentwintig leerling
A
15 - 24
B
vijftien - vierentwintig

Slide 29 - Quiz

opdracht 3

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

opdracht 4

Slide 32 - Slide

wat is het verkleinwoord van baby?

Slide 33 - Open question

wat is het verkleinwoord van bonbon?

Slide 34 - Open question

wat is het verkleinwoord van cake?

Slide 35 - Open question

wat is het verkleinwoord van colbert?

Slide 36 - Open question

wat is het verkleinwoord van horloge?

Slide 37 - Open question

wat is het verkleinwoord van karbonade?

Slide 38 - Open question

wat is het verkleinwoord van pizza?

Slide 39 - Open question

wat is het verkleinwoord van pudding?

Slide 40 - Open question

wat is het verkleinwoord van trolley?

Slide 41 - Open question

wat is het verkleinwoord van wc?

Slide 42 - Open question

opdracht 6

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Huiswerk
maken de opdrachten in de digitale omgeving van Nieuw Nederlands
Let op: de meeste opdrachten kunnen alleen digitaal gemaakt worden. Als ik zie dat je ze niet gemaakt hebt, zet ik in SOM hw niet in orde.

Slide 45 - Slide