H2.5 les 2

Dieren bewegen
2.1 Het skelet
2.2 Skelet en houding 
2.3 In beweging 
2.4 Blessures 
2.5 Dieren bewegen les 2 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dieren bewegen
2.1 Het skelet
2.2 Skelet en houding 
2.3 In beweging 
2.4 Blessures 
2.5 Dieren bewegen les 2 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bij welke dieren beweegt de wervelkolom heen en weer?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen topgangers, teengangers en zoolgangers benoemen
  • Je kunt uitleggen waarom uitleggen waarom zoogdieren sneller kunnen bewegen dan amfibieën en reptielen
  • Je kunt uitleggen dat de bouw van het skelet aangepast is aan de leefwijze van het dier

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zoogdieren
  • Topgangers (hoefgangers) - Lopen op puntje van hun teenkootjes, daar omheen hebben ze hoeven
  • Teengangers - loopt op de teenkootjes
  • Zoolgangers - loopt op de gehele voet

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

8 minuten
Het snelste zoogdier ter wereld

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Waar hoort een kat bij?
A
Zoolgangers
B
Teengangers
C
Hoefgangers/Topgangers

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waar hoort een hert bij?
A
Zoolgangers
B
Teengangers
C
Topgangers

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Bouwplan van zoogdieren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Skelet en leefwijze
  • Gewervelde dieren hebben hetzelfde bouwplan

  • De vorm verschilt. De ledematen aangepast aan de manier van leven: de leefwijze.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Skelet en leefwijze


Het zelfde bouwplan:

Soorten skeletten lijken op elkaar.

Verschillen: Leefwijze

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld: Skelet mol
De voorpoten zijn zo aangepast dat ze gemakkelijk aarde opzij kunnen schuiven

De leefomgeving bepaalt zo het bouwplan (skelet) van een dier. Dit bepaalt of zij kunnen (over)leven in een gebied

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Lezen: paragraaf 2.5 (blz. 109 t/m 113)
Maken: opdracht 10 t/m 19 (blz. 109  t/m 113)
Niet af? Dan is het huiswerk voor dinsdag 15 oktober.


Rood licht = in stilte werken.
Oranje licht = alleen op fluisterniveau overleg met je buurman of buurvrouw
                             en niet lopen door het lokaal.
Groen licht = rustig praten en lopen in lokaal mag.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Wie weet het nog?

Huiswerk: 
Lezen: paragraaf 2.5 (blz. 105 t/m 113)
Maken: opdracht 1 t/m 19 (blz. 105 t/m 113)

De volgende les:
Gaan we deze les herhalen en verder met de lesstof uit paragraaf 2.5

Zijn er nog vragen?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions