What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
wwg en ow 1
Grammatica
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica
Slide 1 - Slide
Bedankt voor tips en tops
Weinig tips. Wel meer werken aan:
grammatica, leesvaardigheid, spelling.
Klas moet soms rustiger zijn. Mee eens. Hoe gaan we dat bereiken?
Slide 2 - Slide
-
Herhalen: Wat is ook alweer een persoonsvorm?
We leren:
-Hoe vind je een werkwoordelijk gezegde in de zin?
-Hoe weet je welk zinsdeel het onderwerp is?
-Oefenen met werkwoordelijk gezegde.
Onderwerp spreekbeurt!!
Slide 3 - Slide
Je zoekt een onderwerp en een werkwoordelijk gezegde in de zin.
Met welke soort grammatica ben je dan bezig?
Wat is
Juist!!
A
Redekundige
grammatica
B
Taalkundige
grammatica
Slide 4 - Slide
Wat leren we?
Grammatica redekundig
Zoeken van zinsdelen
Welke zinsdelen zijn er?
Hoe zoek je die zinsdelen in de zin?
Ik wijs iemand aan
Noem om de beurt een zinsdeel
Slide 5 - Slide
1) Schrijf 1 zin met daarin:
onderwerp en pv.
2) Schrijf 1 zin met daarin:
onderwerp en meerdere werkwoorden.
2) Bekijk nu het volgende filmpje. Wat kom je te weten over het werkwoordelijk gezegde?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Wij zouden op de fiets naar huis gaan.
A
fiets
B
zouden
C
zouden gaan
D
zouden op de fiets gaan
Slide 8 - Quiz
Goed of fout?
Het werkwoordelijk gezegde is hetzelfde als de persoonsvorm.
A
Goed
B
Fout
C
Slide 9 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin:
De leerlingen waren het SO aan het maken.
A
waren
B
waren maken
C
waren het SO maken
D
waren aan het maken
Slide 10 - Quiz
Naast het werkwoordelijk gezegde bestaat er ook nog een ander gezegde nl.:
A
een persoonsvorm
B
een naamwoordelijk gezegde
C
een koppelwerkwoord
D
Slide 11 - Quiz
-
alle werkwoorden in de zin
-persoonsvorm hoort erbij
-geeft aan wat iemand doet
-geeft aan wat iemand is
-geeft aan wat er aan de hand is of wat er gebeurt.
-is nodig in de zin.
-kan bestaan uit splitsbaar werkwoord (b.v. opstaan. Hij staat op).
-TE hoort voor heel ww. hoort er bij.
Werkwoordelijk gezegde
Slide 12 - Slide
Hoe vind je een onderwerp in de zin?
Slide 13 - Slide
Het onderwerp in de zin
Zoek eerst persoonsvorm en alle werkwoorden=wwg
1.Vraag daarna Wie/wat + wwg=onderwerp
2.Verander pv van getal. Onderwerp verandert dan mee.
Onderwerp is mens, dier, plant, ding, eigen naam
Bestaat uit 1 woord of uit meer woorden
Slide 14 - Slide
Word een PRO!! Probeer zelf!!
Slide 15 - Slide
https:
Slide 16 - Link
More lessons like this
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Les 4 (13 september 2024)
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Cursus 5 Grammatica Par 6 Werkwoordelijk gezegde
September 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Les 4 (13 september 2024) Uitgebreid
September 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
L17 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Het werkwoordelijk gezegde B1
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
March 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1.8.1 Stappenplan zinsdelen benoemen
October 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3