Wat weet je al?

Wat weet je al?
- CHNV 
- Gezichtsbehandeling uitvoeren 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Wat weet je al?
- CHNV 
- Gezichtsbehandeling uitvoeren 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat kan een oorzaak zijn van een nagelafwijking?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Je ziet hier een plaatje van de nagel.
Wat geeft nummer 3 aan?
A
Nagelplaat
B
Nageluiteinde
C
Nagelriem
D
Staat er niet bij

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welke nagels mag je als schoonheidsspecialiste wel behandelen?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Schimmelnagel
B
Nagelonsteking
C
Dunne Nagels
D
Nicotine nagels

Slide 4 - Quiz

Deze nagelafwijkingen zijn ontstaan door een ziekte of inectie die een ontsteking tot gevolg hebben. 
Je moet deze klanten doorverwijzen naar een manicure, pedicure of dermatoloog. 
Wat is een functie van de nagel?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Ze hebben geen functie
B
Ze beschermen de vingers en tenen
C
Ze spelen een rol bij de taszin
D
Ze helpen bij de productie van zweet

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar het plaatje.
Hoe noem je dit gewricht?
A
Scharniergewricht
B
Rolgewricht
C
Kogelgewricht
D
Eigewricht

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de nagelmatrix?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is de samenstelling van het bloed?
A
Water
B
Opgeloste stoffen
C
Witte en Rode bloedcellen
D
Alle genoemde antwoorden zitten in het bloed

Slide 8 - Quiz

plasma-eiwitten 
water (meeste aanwezig)
opgeloste stoffen 
bloedplaatjes 
witte bloedcellen 
rode bloedcelen (meer aanwezig dan wit)
Wat is één van de verschillen tussen aders en slagaders

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Kijk naar het plaatje.
Welke Nagelaandoening
zie je?
A
Ingegroeide nagel
B
Dunne nagel
C
Witte vlekjes
D
Schimmelnagel

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk antwoord staan de huidlagen op de juiste volgorde?

A
Opperhuid, Lederhuid en Onderhuid
B
Lederhuid, Onderhuid en Opperhuid
C
Onderhuid, lederhuid en Opperhuid
D
Onderhuid, Opperhuid en Lederhuid

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande spieren horen bij je mimische spieren?
A
Grote borst spier
B
Slaapkauwspier
C
Mondkringspier
D
Biceps

Slide 12 - Quiz

aangezichtsspieren, deze spelen een rol bij de gezichtsuitdrukking (mimiek)
Mimische spieren bepalen of je boos, blij of vedrietig kijkt.

slaapkauw spier valt onder de skeletspieren en deze is nodig voor het kauwen.  
Wat is de functie van de talgklieren?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Kijk naar de afbeelding.
Welke efflorescentie is dit?
A
Litteken
B
Blaasje
C
Blaar
D
Puist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waar kun je een ontsteking aan herkennen?
A
Roodheid
B
Warmte
C
Pijn
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een klant met eczeem komt voor een behandeling.
Wat moet jij als schoonheidspecialiste weten van de klant?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Kijk naar de afbeelding.
Wat is de oorzaak van een strontje?
A
Allergië
B
Virussen
C
Schimmels
D
Bacteriën

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke huidaandoeningen hebben een afwijking in de bloedvaten?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Ouderdomsvlekken
B
Rosacea
C
Spataderen
D
Psoriasis

Slide 18 - Quiz

pigmentatie (te veel)
opstapeling van dode uhidcellen (verhoorning)
Wat is de functie van de grote hersenen?
A
Alle antwoorden zijn goed
B
Bewustzijn
C
Geheugen
D
Gevoel

Slide 19 - Quiz

centrale zenuwstelsel 
bestaat uit 
- grote hersenen
- kleine hersenen
- hersenstam 
- ruggenmerg 
Geef kort aan wat je van deze LessonUp vond

Slide 20 - Open question

This item has no instructions