Leerdoelen voor deze les:
- Uitleggen wat missionarissen zijn.
- Uitleggen wat heidenen zijn.
- Uitleggen waarom Willibrord naar Nederland kwam.
- Uitleggen waarom en hoe de Frankische koningen de missionarissen steunden.
- Uitleggen waarom Germaanse volken zoals de Friezen en Saksen zich verzetten tegen de verspreiding van het christendom.
- Twee manieren noemen waarop het christendom zich heeft uitgebreid over Europa.
- Uitleggen aan de hand van twee voorbeelden hoe missionarissen Germaanse feestdagen mengden met het christendom.
- Uitleggen waarom veel mensen opkeken tegen geestelijken.
- Uitleggen wat heiligen zijn.
- Uitleggen waarom de geestelijken ook belangrijk waren voor het bestuur.
- Uitleggen waarom monniken en nonnen zich afzonderden.
- Uitleggen waar deze monniken en nonnen woonden.
- Uitleggen wat bedoeld wordt met ‘monnikenwerk’.
- Uitleggen waardoor de kerk steeds rijker werd.