What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Economie 2.1
Economie paragraaf 2.1
Gemaakt door: Elise, Dewi, Jennah, Olivia en Nienke
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Economie paragraaf 2.1
Gemaakt door: Elise, Dewi, Jennah, Olivia en Nienke
Slide 1 - Slide
- Je weet in welke twee vormen geld voorkomt
- Je kunt een nieuw saldo berekenen
- Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil
Leerdoelen
Slide 2 - Slide
Wat kennen jullie nog van paragraaf 2.1?
Slide 3 - Open question
Je weet wel twee vormen van geld voorkomt
Twee vormen van geld:
Giraal geld - het geld op je bankrekening, niet tastbaar
Chartaal geld - het geld in de portemonnee, wel tastbaar
Paragraaf 2.1
Slide 4 - Slide
Je kunt een nieuw saldo berekenen
Het saldo op je bankrekening veranderd als je giraal geld ontvangt of uitgeeft. Je berekent je saldo met een berekening:
Oud saldo + ontvangsten – uitgaven = nieuwe saldo
Paragraaf 2.1
Slide 5 - Slide
Oud saldo + ontvangsten – uitgaven = nieuwe saldo
Oud saldo = € 100,-
Ontvangsten (bij) = € 10,- € 100,00 + € 10,00 - € 5,00 =
Uitgaven (af) = € 5,-
Nieuw saldo = € 105,-
Voorbeeld opdracht
Slide 6 - Slide
Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte ruil
Directe ruil - je ruilt een goed of dienst tegen iets anders dit doe je zonder geld te gebruiken. (bijvoorbeeld, je ruilt een appel voor een peer).
Indirecte ruil - ruil waarbij je geld als ruil middel gebruikt, je koopt dus iets. (bijvoorbeeld, je koopt een nieuwe telefoon en betaalt hem meteen).
Paragraaf 2.1
Slide 7 - Slide
Wat is giraal geld?
A
Contant geld (wel tastbaar)
B
Het geld op je bankrekening (niet tastbaar)
C
Het geld op je bankrekening (wel tastbaar)
D
Contant geld (niet tastbaar)
Slide 8 - Quiz
Wat is chartaal geld?
A
Contant geld (wel tastbaar)
B
Het geld op je bankrekening (niet tastbaar)
C
Het geld op je bankrekening (wel tastbaar)
D
Contant geld (niet tastbaar)
Slide 9 - Quiz
Oud saldo = € 2340,-
Ontvangsten (bij) = € 200,-
Uitgaven (af) = € 135,-
A
€ 2405,-
B
€ 2200,-
C
€ 125,70
D
€ 2400,-
Slide 10 - Quiz
Oud saldo = € 8270,-
Ontvangsten (bij) = € 79,37
Uitgaven (af) = € 738,72
Slide 11 - Open question
Je koopt een nieuwe telefoon en betaalt hem meteen, directe of indirecte ruil?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 12 - Quiz
Je ruilt een appel voor een peer, directe of indirecte ruil?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 13 - Quiz
EINDE PP 2.1
Slide 14 - Slide
More lessons like this
Betalen
January 2019
- Lesson with
31 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Lesson with
46 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Lesson with
48 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
Economie 2.1 pincode
October 2023
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
3.1 Hoe betaal je?
September 2018
- Lesson with
38 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.1 Hoe betaal je?
October 2018
- Lesson with
40 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.1 Betalen
October 2021
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
2.1 pinpas of portemonnee?
October 2020
- Lesson with
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2