Sterke werkwoorden in de verleden tijd

Sterke werkwoorden in de verleden tijd
Volg het stappenplan
1. Boek en schrift op tafel op bladzijde 96.
2. Chromebook dicht op tafel en telefoon in de telefoontas.
3. Vraag van de dag: Hoeveel geld heeft Giro 555 opgehaald in totaal op de landelijke actiedag van maandag 7 maart?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Sterke werkwoorden in de verleden tijd
Volg het stappenplan
1. Boek en schrift op tafel op bladzijde 96.
2. Chromebook dicht op tafel en telefoon in de telefoontas.
3. Vraag van de dag: Hoeveel geld heeft Giro 555 opgehaald in totaal op de landelijke actiedag van maandag 7 maart?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Leerdoel: Ik kan de verleden tijd van sterke werkwoorden goed spellen.
Hoe gaan we dat bereiken?
  1.  Lezen (10 min.)
  2. Starttest: Sterk of zwak werkwoord?
  3. Uitleg: Zo spel je sterke werkwoorden in de verleden tijd.
  4. Oefening: Spel de juiste vorm van de werkwoorden
  5. Huiswerk: zie planning

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen
timer
10:00000

Slide 3 - Slide

sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
ontbijten
fietsen
zwemmen
schrikken

Slide 4 - Drag question

Uitleg:
  • Sterk werkwoord: heeft de kracht om van klank te veranderen.
  • Twijfel je of jouw sterk werkwoord met een -d of -t moet? Maak hem langer. Ik vond, want wij vonden.
  • Schrijf de sterke werkwoorden zo kort mogelijk. 1 klinker en 1 medeklinker: gieten --> goten, glijden --> gleden
  • Let op: Een persoonsvorm in de verleden tijd is NOOIT met -DT!

Slide 5 - Slide

Noteer de juiste vorm van het werkwoord (vt): De fietsband (zijn) lek, maar nu is hij weer gemaakt.

Slide 6 - Open question

Noteer de juiste vorm van het werkwoord (vt): De leerlingen (nemen) vorig jaar afscheid van de meester.

Slide 7 - Open question

Noteer de juiste vorm van het werkwoord (vt):Tjeerd (vinden) een gouden munt met zijn metaaldetector.

Slide 8 - Open question

De vader van mevrouw Dykstra (krijgen) een schep cadeau voor zijn verjaardag.

Slide 9 - Open question

Huiswerk
Maken: Opdrachten in planning: spelling werkwoorden
Klaar: lezen in je leesboek


Slide 10 - Slide

Controle leerdoel: Benoem het leerdoel van vandaag

Slide 11 - Open question

Controle leerdoel: Noteer de juiste vorm vt.: De leerling (lopen) stil de klas uit.

Slide 12 - Open question