Burgerschap - Opdracht 5: Stemrecht bij afnemend cognitief gedrag/ Politiek juridische dimensie

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Opdracht 5

Stemrecht bij afnemend cognitief gedrag / Politiek

juridische dimensie

Wat stem jij? Op welke wijze is stemrecht

geregeld voor de bewoner?

In de aanloop naar gemeenteraadsverkiezingen of landelijke verkiezingen kan je

je afvragen op welke wijze het stemrecht geregeld is voor mensen met een

lichamelijke of cognitieve beperking.

Op welke wijze kunnen zij hun stem kunnen laten horen?

In Nederland staat in de Kieswet wie mag stemmen bij verkiezingen. Dit heet

actief kiesrecht. Het is in Nederland niet verplicht om te stemmen. Om te kunnen

stemmen bij verkiezingen, moeten kiezers voldoen aan een aantal eisen;

- je dient achttien jaar of ouder te zijn en

- niet uitgesloten zijn van het kiesrecht (overheid.nl). 

Het kiesrecht kan in Nederland slechts in uitzonderlijke gevallen ontnomen

worden en hiervoor is altijd een uitspraak van de rechter vereist. Bij een

vrijheidsstraf van ten minste een jaar, kan de rechter als bijkomende straf het

kiesrecht ontnemen.

Personen die vanwege hun wilsonbekwaamheid onder curatele staan en om die

reden uitgesloten waren van het kiesrecht, hebben sinds de Europese verkiezing

van juni 2009 het recht om te stemmen en gekozen te worden (kiesraad.nl). 

Het belangrijk dat iedereen stemt en zijn mening kenbaar kan maken.

Als mensen met een cognitieve beperkingen geen of minder gebruik kunnen

maken van hun recht om te mogen stemmen, dan zijn ze minder

vertegenwoordigd in het democratisch bestel.

Deze ongelijkheid kan eraan bijdragen dat het gezondheidsbeleid niet in het

belang is van deze mensen wordt opgesteld of veranderd.

De opdracht

In deze opdracht ontwikkel je een mening over het belang van stemrecht van mensen met een cognitieve of lichamelijke beperking. Het doel is dat je in staat bent om dit belang te vertegenwoordigen voor je bewoner.

Je kunt je mening vormen en beargumenteren aan de hand van de onderstaande vragen.

Activiteiten

- beantwoord de onderstaande vragen

- vergelijk drie politieke partijen, zoek uit welke standpunten erin het politieke

    programma staat beschreven op het gebied van zorg/zorgvoorzieningen voor

    ouderen.

- maak een keuze welke politieke partij jij het geschiktste acht om op te

    stemmen als een oudere met zorgbehoefte, onderbouw je keuze met

    minimaal 2 argumenten.

Wat is het verschil tussen de 'eerste kamer en de tweede kamer'?

Geef één argument voor en één argument tegen bij de volgende stelling.

Beschrijf 3 knelpunten waardoor mensen met een cognitieve of lichamelijke beperking geen gebruik kunnen maken van hun stemrecht?

Op welke wijze zou je kunnen zorgen dat de belangen van wilsonbekwame bewoners vertegenwoordigd kunnen worden ten aanzien van het stemrecht.

Bespreek de uitkomsten onderzoek naar de politieke partijen met je docent
tijdens de contacturen. Lever hier een foto van het resultaat in.  Het resultaat bevat; - de resultaten van de vergelijking van de drie politieke partijen op het gebied  van zorg/zorgvoorzieningen voor ouderen.
- de 2 argumenten van de keuze van de meest geschikte politieke partij.