Begeleiden in de WLZ les 3

Begeleiden in de WLZ les 3
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BegeleidingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begeleiden in de WLZ les 3

Slide 1 - Slide

Wat zijn open vragen?
A
Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
B
Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
C
Zijn bedoeld als openingszin.
D
Geven beperkt ruimte om te antwoorden

Slide 2 - Quiz

Wat is GEEN open vraag?
A
Heeft het gesmaakt?
B
Wat bedoel je precies?
C
Wat vind je van deze les?
D
Hoe heb je de overplaatsing ervaren?

Slide 3 - Quiz

Wat betekent continuïteit in de zorg?


A
Zorg dichtbij huis bieden
B
Zorg zonder onderbrekingen, ook bij verandering van zorgverlener.
C
C) Administratieve lasten verminderen.
D
D) Snel reageren op acute zorgvragen.

Slide 4 - Quiz

Wat is integrale zorg?


A
Zorg door één zorgverlener.
B
Alleen zorg in ziekenhuizen.
C
Zorg uitsluitend door huisartsen.
D
Samenwerking van meerdere zorgverleners rondom de patiënt.

Slide 5 - Quiz

Waarom is het belangrijk om rapportages in de zorg altijd feitelijk en objectief te houden?


A
Omdat dit helpt om persoonlijke meningen van zorgverleners te verspreiden
B
Omdat het rapporteren van meningen altijd meer waarde heeft dan feiten
C
Omdat dit de zorgverlening ten goede komt en juridische problemen voorkomt
D
Omdat het de werkdruk van zorgverleners vermindert

Slide 6 - Quiz

Wat is het belangrijkste bij de sociale benadering van dementie?
A
Het vermijden van lichamelijke zorg
B
Het behouden van zelfstandigheid en sociale betrokkenheid
C
Het focussen op medicijnen
D
Het beperken van sociale interactie

Slide 7 - Quiz

Waarom is reflecteren belangrijk in de zorg?
A
Het helpt om werkdruk te verlagen
B
Het zorgt voor een snellere oplossing van problemen
C
Het vermindert de behoefte aan feedback van collega's
D
Het bevordert persoonlijke en professionele groei

Slide 8 - Quiz

Welke van de volgende gedragingen valt onder grensoverschrijdend gedrag in de zorg?
A
Het maken van ongepaste opmerkingen of fysieke aanrakingen
B
Het luisteren naar de zorgen van een zorgvrager
C
Het uitleggen van medische behandelingen aan de zorgvrager
D
Het bieden van duidelijk en respectvol feedback aan collega's

Slide 9 - Quiz

Hoe kun je het beste omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie?


A
Streng optreden om gewenst gedrag af te dwingen
B
Het negeren van het gedrag, omdat het vanzelf overgaat
C
Het gedrag negeren en verdergaan met de zorg
D
Proberen het achterliggende gevoel of de behoefte te begrijpen en daarop in te spelen

Slide 10 - Quiz

Wat is een belangrijke strategie bij het omgaan met iemand die een psychose doormaakt?


A
De persoon proberen te overtuigen van de werkelijkheid door argumenten
B
Rustig en geduldig blijven, en de persoon niet forceren om logisch te denken
C
De persoon fysiek beperken om te voorkomen dat hij of zij zichzelf of anderen schade toebrengt
D
De situatie snel beëindigen door de persoon uit de omgeving te verwijderen

Slide 11 - Quiz

Hoe kun je het beste omgaan met iemand die depressief is?


A
De persoon dwingen om actief te worden, ondanks de vermoeidheid
B
Luisteren zonder te oordelen, steun bieden en de persoon aanmoedigen om hulp te zoeken
C
De persoon direct vertellen om positief te denken en zich niet zo te voelen
D
De persoon afleiden met plezierige activiteiten en alles wat hen verdrietig maakt negeren

Slide 12 - Quiz

Wat is het doel van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling?


A
Het afstraffen van de dader
B
Het verminderen van de administratieve last voor zorgverleners
C
Het bieden van bescherming aan slachtoffers door het signaleren en melden van vermoedens van geweld
D
Het systematisch registreren van incidenten van huiselijk geweld

Slide 13 - Quiz