Ne2 Spelling: H1 aaneenschrijven / H5 alle(n)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom...

Pak je leesboek. 

We beginnen met 

10 minuten lezen in stilte.

Vandaag

• Aaneenschrijven
• afkortingen

Aaneenschrijven of los?

- Herhalen apostrof

- Uitleg samenstelling, aaneenschrijven en afleiding

linkersok

linker sok

Lastige kwesties...

ten slotte = tot slot

tenslotte = immers, per slot van rekening

ten einde = tot een einde

teneinde = om (we voeren de regel in, teneinde rust te krijgen)

te kort = te weinig, ook gebruikt bij ww (tekortkomen)

tekort = (zn) achterstand

Ik twijfel .... dat hij de waarheid spreekt.

1. er aan
2. eraan

Wij logeren in een

1. driesterrenhotel
2. drie sterrenhotel
3. drie sterren hotel
4. drie-sterren-hotel

Drink geen witte wijn uit een...

1. rode wijnglas
2. rodewijnglas
3. rode-wijnglas

Samenstelling

Samensteling = woord dat is opgebouw uit meerdere woorden

Een samenstelling moet je aaneenschrijven = aanelkaarschrijvendusgeenspatieertussen

Regels

Samenstellingen schrijf je altijd aan elkaar - nooit een spatie!

Samenstellingen met een voorzetsel aan elkaar - erover, erop

Bij klinkerbotsing schrijf je een koppelteken - zee-egel, na-apen

Veel leerlingen halen een

1. vwo-diploma
2. vwodiploma
3. havodiploma
4. havo-diploma

Spelling hoofdstuk 3

Afkortingen

In afkortingen krijgt elk afgekort woord in principe een punt:

m.a.w. / i.v.m. / d.w.z.

mr. / ir. / jl. / prof. / nl.

er zijn een paar uitzonderingen, zoals:

z.o.z. > zie ommezijde

dhr.    > de heer

a.s.    > aanstaande (zaterdag)

Wel hoofdletters, maar geen punten:

• Afkortingen die we niet vaak gebruiken, zoals NB en PS. 

• Eigennamen:
  

 De NAVO zetelt in Brussel.

 De VVD is de grootste partij van Nederland.

 De NS heeft nieuwe treinen bestelt.

 Het KNMI heeft het weer onjuist voorspeld.

Kleine letters zonder punten:

• afkortingen die je als woord uitspreekt 

 mavo, vip, aids

• ingeburgerde afkortingen die we vaak gebruiken
  

 pc, hbo, btw, cd,
vwo

• afkortingen voor maten en gewichten
  

 cm, km, kg

Maken

Syllabus Spelling, blz. 3 en 4

Maak oefening 1

Maak oefening 3.1, 3.2 en 3.3

Alle of allen / beide of beiden

Syllabus Spelling, hoofdstuk 5

...... mensen houden van drop.

1. sommige
2. sommigen

De twee inbrekers worden ...... morgen verhoord.

1. beide
2. beiden

De regels: -e of -en?  sommige(n)/ enkele(n) / beide(n)

Alleen -e: 

   - bijvoeglijk gebruikt                     
      sommige mensen, alle katten

   - zelfstandig gebruikt en verwijzend naar dieren of zaken
      Sommige bouwen in de lente een nestje op een rots.
Met -en

   - zelfstandig gebruikt en verwijzend naar mensen

      Sommigen stemmen al jaren dezelfde partij bij de verkiezingen.

Let op: soms toch niet zelfstandig

Soms lijkt een bnw zelfstandig gebruikt, maar staat ergens in dezelfde zin dan toch het zelfstandige naamwoord dat erachter hoort.

Het is dan gewoon bijvoeglijk gebruikt en krijgt -e

Enkele gasten vertrekken maar de meeste (gasten) blijven logeren.

Enkele gasten vertrekken maar de meeste (gasten) blijven logeren.

Er waren veel toeschouwers en sommige dansten zelfs op het podium.
Er waren veel toeschouwers en sommige (toeschouwers) dansten zelfs op het podium.

Artsen en verpleegkundigen legden ...... het werk neer.

1. alle
2. allen

Deze ...... gedichten zijn door de dichter zelf gecorrigeerd.

1. beide
2. beiden

...... zijn opgesteld in het nationale team.

1. beide
2. beiden

De koeien werden ......uit de wei gehaald.

1. allen
2. alle

Alle meisjes vonden Elvis geweldig, maar ...... vonden hem minder dan zij gehoopt hadden

1. sommige
2. sommigen

Van die voetballers zijn er ...... door de scheidsrechter van het veld gestuurd.

1. enkele
2. enkelen

Terugblikken

Wat was het doel?                                                                     Heb je het doel bereikt?

Waar moet je nog aan werken?                                           Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?