Les 3 Fabels

Terugblik
Fabels, Oudnederlands, Middelnederlands, Nieuwnederlands
Huiswerk opdracht 5
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Terugblik
Fabels, Oudnederlands, Middelnederlands, Nieuwnederlands
Huiswerk opdracht 5

Slide 1 - Slide

Welkom TV2B

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je leert (weer) wat een fabel is.
- Je schrijft een fabel.

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
- Welkom (5 min)
- Terugblik en huiswerk nakijken (5 min)
- Theorie: geschiedenis van het Nederlands en fabel (10 min)
- Uitleg: schrijfopdracht fabel (5 min)
- Zelfstandig werken: schrijven fabel (35 min)


Slide 4 - Slide

16e en 17e eeuw
In de zestiende en zeventiende eeuw vonden veel kunstenaars in Europa de kunst uit de Klassieke Oudheid, de kunst van de Grieken en de Romeinen, het beste voorbeeld van goede kunst. Daarom deden ze die voorbeelden na: in de beeldhouwkunst, in de bouwkunst, in de schilderkunst, in de literatuur. De zestiende en zeventiende eeuw worden dan ook de Renaissance, de Wedergeboorte, van de Klassieke Oudheid genoemd.

Slide 5 - Slide

Joost van den Vondel (1587- 1679)
 is een van de beroemdste schrijvers uit de Nederlandse zeventiende eeuw. Hij vertaalde veel klassieke werken en hij schreef veel toneelstukken naar klassiek voorbeeld, bijvoorbeeld Gysbrecht van Aemstel, een toneelstuk dat tegenwoordig nog steeds opgevoerd wordt. Hij vertaalde en schreef ook veel gedichten én hij vertaalde en schreef ook een aantal fabels. We hebben het nu over het Modern Nederlands.

Slide 6 - Slide

La Fontaine
In heel Europa waren fabels populair. In Frankrijk waren in de zeventiende eeuw bijvoorbeeld die van Jean de la Fontaine (1621-1695) heel populair.

Voor zijn fabels haalde La Fontaine zijn inspiratie uit de klassieke oudheid, zoals Aesopus en Phaedrus, en uit de Indiase literatuur: de Pañcatantra. Een van zijn bekendste fabels is La cigale et la fourmi (De krekel en de mier). 

Slide 7 - Slide

Luister goed en maak tijdens het luisteren opdracht 8 op blz. 20.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Maak opdracht 9 blz. 21

Slide 10 - Slide

Schrijf een fabel
Ter inspiratie kun je één of twee moderne fabels lezen op blz. 22-24.
Schrijf nu zelf een fabel volgens de kenmerken die je geleerd hebt. Laat hierin minimaal twee dieren (met menselijke eigenschappen) optreden. Bedenk vooraf welke les de lezer meekrijgt, en daarna welke handelingen de dieren uitvoeren. Eindig je fabel met de wijze les. Als je het moeilijk vindt om er zelf een te bedenken kun je ook een bekend spreekwoord gebruiken.
Omvang: min. 250 havo; min. 300 vwo. Je levert deze opdracht in als tweede schrijfopdracht van je schrijfdossier.  (Huiswerk volgende week donderdag)

Slide 11 - Slide