8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE

1. Geluid maken en 
horen herhaling 
8.2 UITLEG
B2BC 2425
2T/H
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1. Geluid maken en 
horen herhaling 
8.2 UITLEG
B2BC 2425
2T/H

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog?
Wat weet je nog van 8.1 Geluid maken en horen?
Een aantal vragen.......
Succes

Slide 2 - Slide

Een voorwerp dat geluid maakt, noem je een......

Slide 3 - Open question

Kruis de geluidsbronnen aan.
A
een radio die uitstaat
B
een zangeres die zingt
C
een trillende liniaal
D
een lokfluit die in de kast ligt

Slide 4 - Quiz

Als een geluidsbron gaat trillen, dan ontstaat er.....

Slide 5 - Open question

TERUGBLIK 8.1 GELUID MAKEN EN HOREN
  • Geluidsbron: Voorwerp dat geluid maakt.
  • Trilling: Heen en weer gaande beweging.
  • Geluidssnelheid: de snelheid waarmee geluid zich door een stof verplaatst. In lucht is de geluidssnelheid ongeveer 340 m/s.
  • Tussenstof: stof waardoor geluid zich verplaatst.

Slide 6 - Slide

§8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE

Slide 7 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
  • Wat toonhoogte inhoudt
  • Hoe je de toonhoogte kan veranderen
  • Wat frequentie inhoudt
  • Wat heeft toonhoogte en frequentie met elkaar te maken

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat is toonhoogte?

Slide 10 - Mind map

Wat is frequentie?

Slide 11 - Mind map

Toonhoogte

De hoogte van die toon hangt af van drie dingen.
  • Hoe dik de snaar is.
  • Hoe lang de snaar is.
  • Hoe strak de snaar is gespannen.

Slide 12 - Slide

Frequentie
  • Het aantal trillingen per seconde
  • Het aantal trillingen per seconde wordt Hertz genoemd (Hz)
  • Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon

Slide 13 - Slide

BEGRIPPEN
  • Frequentie: Aantal trillingen per seconde. De eenheid is hertz (Hz).
  • Stemvork: U-vormig stukje metaal dat altijd een toon met dezelfde toonhoogte geeft.

Slide 14 - Slide

Instructie lees H8.2 
Klaar?
Boek dicht en even wachten.

Slide 15 - Slide

Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 16 - Quiz

De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat is de eenheid voor frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq

Slide 18 - Quiz

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 19 - Quiz

Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz

Slide 20 - Quiz

Wat ga je vandaag leren?
  • Het verband tussen frequentie en toonhoogte
  • Wat een oscilliscoop is en wat je hier mee kunt doen
  • Wat het frequentiebereik van onze oren is

Slide 21 - Slide

De oscilloscoop

Slide 22 - Slide

De oscilloscoop
  • Een oscilloscoop kan geluidstrillingen omzetten in een elektrisch signaal
  • Met de oscilloscoop kun je geluid "zichtbaar" maken

Slide 23 - Slide

Hoorbaar geluid
  • Een mens kan maar een bepaald geluidsgebied horen
  • Ligt tussen de 20Hz en 20.000 Hz
  • Dit noem je het frequentiebereik
  • Verschillende dieren hebben andere frequentiebereik
  • Hoe goed is jouw gehoor?

Slide 24 - Slide

Frequentiebereik

Slide 25 - Slide

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz

Slide 26 - Quiz

Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon

Slide 28 - Quiz

8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
  • In allerlei muziekinstrumenten worden snaren gebruikt. Als je zo’n snaar in trilling brengt, geeft hij een toon. De hoogte van die toon hangt af van drie dingen:
      - Hoe dik de snaar is, Hoe dikker de snaar, hoe lager de toon.
      - Hoe lang de snaar is. Hoe langer de snaar, hoe lager de toon.
      - Hoe strak de snaar is gespannen. Hoe lager de spanning, hoe lager de toon.
  • Het aantal trillingen per seconde noem je de frequentie van de trilling. De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). Als de frequentie 128 Hz is, bewegen de benen van de stemvork 128 keer per seconde heen en weer.
  • • Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort.
  • • Met een microfoon en een oscilloscoop kun je trillingen weergeven op een scherm en
  • er onderzoek naar doen.
  • • Geluid met een heel hoge of een heel lage frequentie kun je niet horen. Jonge mensen
  • kunnen meestal tonen tussen 20 en 20 000 Hz horen. Als je ouder wordt, kun je vooral
  • hoge tonen minder goed horen. 

Slide 29 - Slide

8.2 TOONHOOGTE EN FREQUENTIE
  • Hoe hoger de frequentie, des te hoger is de toon die je hoort.
  • Met een microfoon en een oscilloscoop kun je trillingen weergeven op een scherm en er onderzoek naar doen.
  • Geluid met een heel hoge of een heel lage frequentie kun je niet horen. Jonge mensen kunnen meestal tonen tussen 20 en 20 000 Hz horen. Als je ouder wordt, kun je vooral hoge tonen minder goed horen. 

Slide 30 - Slide

Wat heeft geen invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De lengte van de snaar
B
De dikte van de snaar
C
De spanning van de snaar
D
De kleur van de snaar

Slide 31 - Quiz

De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Wat is de eenheid voor frequentie?
A
Frq
B
Hr
C
Hz
D
Fq

Slide 33 - Quiz

Als de frequentie omlaag gaat gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 34 - Quiz

Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz

Slide 35 - Quiz

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz

Slide 36 - Quiz

Een snaar maakt 15.000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

Een oscilloscoop...
A
Kan geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
Kan een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
Werkt als een microfoon

Slide 38 - Quiz

Instructie 
Wat?                    Maken opdrachten Opgaven 1, 2, 5, 6, 8 en 9
Waar?                  Online
Hoe?                    Alleen of als het niet snapt fluisteren met je                                          buurman/buurvrouw
Tijd?                    12 minuten
Uitkomst?        Vragen beantwoorden
Klaar?                Test jezelf maken van 8.2

Slide 39 - Slide